2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder)
5
Druk als het exporteren voltooid is op [OK].
Koppel het USB-opslagapparaat los van de USB-poort van het multifunctionele systeem.
6
Instellen van beveiligde PDF-bestanden
Het is mogelijk standaard waarden in te stellen voor de encryptie die toegepast wordt bij het genereren van een
beveiligd PDF-bestand uit gegevens die op het apparaat gescand zijn. Het is ook mogelijk de geforceerde
encryptiemodus in of uit te schakelen.
Naam item
Gebr. wachtwoord
(User Password)
Gebr.
authenticatiecode als
wachtwoord (Use
Authentication Code
as Password)
Beheer wachtwoord
(Master Password)
Coderingsniveau
(Encryption Level)
Encryptie forceren
(Forced Encryption)
Instelling (Authority)
110 Beveiliging (Security)
Voer het wachtwoord in dat vereist is om een beveiligd PDF-bestand te openen. Er is geen
basisgebruikerswachtwoord ingesteld.
Aan (Enable) — Druk op deze knop om de gebruikersnaam voor gebruikersverificatie als
wachtwoord in te stellen.
Uit (Disable) — Druk op deze knop om het gebruikerswachtwoord dat hierboven onder
[Gebr. Wachtwoord (User Password)] is ingegeven te gebruiken in plaats van de
gebruikersnaam voor gebruikersverificatie.
Voer het wachtwoord in dat vereist is om de beveiligingsinstellingen van een beveiligd
PDF-bestand te wijzigen. Er is geen basisbeheerderswachtwoord ingesteld.
Kies een encryptieniveau voor de beveiligde PDF-bestanden.
128bit AES — Druk op deze knop om een encryptieniveau in te stellen dat compatibel is
met Acrobat 7.0, PDF V1.6.
128bit RC4 — Druk op deze knop om een encryptieniveau in te stellen dat compatibel is
met Acrobat 5.0, PDF V1.4.
40bit RC4 — Druk op deze knop om een encryptieniveau in te stellen dat compatibel is
met Acrobat 3.0, PDF V1.1.
Aan (Enable) — Druk op deze knop om alleen uitvoer van gegevens toe te staan die door
dit apparaat als beveiligde PDF-bestanden zijn gescand.
Uit (Disable) — Druk op deze knop om andere bestandsindelingen toe te staan (zoals
JPEG en TIFF).
Selecteer de machtigingen voor een beveiligd PDF-bestand.
Print — Druk op deze knop om het afdrukken toe te staan.
Verander (Change) — Druk op deze knop om wijzigen van het document toe te staan.
Uitnemen (Extract) — Druk op deze knop om kopiëren en extraheren van inhoud toe te
staan.
Toegang (Accessibility) — Druk op deze knop om extraheren van inhoud voor
toegankelijkheid toe te staan.
Omschrijving