2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder)
Instelling van het TCP/IP-protocol (IPv4)
U kunt het TCP/IP-protocol instellen dat gewoonlijk wordt gebruikt voor de meeste netwerksystemen. Bij gebruik van
webgebaseerde hulpmiddelen als TopAccess en e-Filing, of netwerkfuncties van het multifunctionele systeem zoals
afdrukken, scannen of internetfasen via het netwerk is het verplicht het TCP/IP-protocol in te stellen.
In de instellingsbewerking voor TCP/IP kunt u de adresseringsmodus selecteren en het IP-adres, subnetmasker en de
default gateway toewijzen (bij handmatig toewijzen).
Hoe het TCP/IP-protocol ingesteld moet worden, hangt af van de netwerkomgeving.
Naam item
Adresmodus (Address
Mode)
IP-adres (IP Address)
Subnetmasker
(Subnet Mask)
Gateway
Dynamisch (Dynamic) (Wanneer TCP/IP wordt ingesteld door Automatische IP-
adressering of een DHCP-server)
Selecteer [Dynamisch (Dynamic)] wanneer u de TCP/IP-instellingen die aan het
apparaat toegewezen moeten worden, niet weet. Als [Dynamisch (Dynamic)] is
geselecteerd en het netwerk DCHP ondersteunt, zullen het IP-adres, het subnetmasker,
de default gateway, het primaire WINS-serveradres, het secundaire WINS-serveradres,
het POP3-serveradres en het SMTP-serveradres verkregen worden via de DHCP-server.
Als DHCP niet ondersteund wordt, wordt een geschikt IP-adres aan de apparatuur
toegewezen door functie automatische IP-adressering. Het is echter mogelijk dat de
automatische IP-adressering niet goed werkt wanneer er een router in het netwerk is
geplaatst.
Geen automatisch IP (No Auto IP) (Wanneer TCP/IP is ingesteld met alleen de DHCP-
server)
Selecteer [No auto IP (No Auto IP)] wanneer het multifunctionele systeem aangesloten
is op een LAN met een DCHP-server en u de TCP/IP-instellingen niet in wilt stellen met
functie automatische IP-adressering maar alleen met DHCP. Wanneer [No auto IP (No
Auto IP)] is geselecteerd, zullen het IP-adres, het subnetmasker, de default gateway, het
primaire WINS-serveradres, het secundaire WINS-serveradres, het POP3-serveradres en
het SMTP-serveradres worden verkregen via de DHCP-server en zal de automatische IP-
adresseringsmodus uitgeschakeld zijn.
Statisch (Static) (Wanneer er verbonden wordt naar een LAN met statische IP-
adressen)
Selecteer [Statisch (Static)] en geef een IP-adres in bij verbinding met een LAN waar
statische IP-adressen gebruikt worden. Voer ook het subnetmasker en de default
gateway in, zoals vereist.
Voer het IP-adres van dit apparaat in met behulp van de digitale toetsen.
Voer het subnetmasker en de default gateway naar wens in.
Gebruik de pijltjestoetsen om van actief venster te wisselen.
Dit item is alleen ingeschakeld wanneer voor [Adresmodus (Address Mode)] [Statisch
(Static)] geselecteerd is.
Omschrijving
Netwerk (Network) 81