V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L
Monteren
1 - Breng het wiel correct aan op de naaf.
2 - Draai de bouten aan maar zet ze nog niet definitief vast.
3 - Draai de krik in en verwijder hem.
4 - Zet de wielbouten vast met de wielsleutel.
5 - Breng de wieldop aan.
Opmerkingen:
- Monteer na reparatie zo snel mogelijk het originele wiel.
- Breng de gerepareerde band op de juiste spanning en laat de wielbalans controleren.
V
Bandenspanning
De bandenspanning is aangege-
ven op een sticker op de binnenstijl
van het voorportier. Zie "IDENTI-
LET OP
FICATIE" en "GEBRUIKSVOOR-
Begeef u nooit onder de auto als die
ZORGEN".
slechts wordt ondersteund door een krik.
ZORG DAT ALLE BANDEN, INCLUSIEF HET
RESERVEWIEL, VOORTDUREND IN GOEDE STAAT
VERKEREN EN DE JUISTE SPANNING HEBBEN.
85