S T A R T E N
Controleer of de neutraalstand is ingeschakeld
II
Starten van de motor
Draai de sleutel tot in de contactstand. Bedien vervolgens de startmotor tot de motor aanslaat.
Zet, als de motor niet aanslaat, het contact uit en herhaal de startprocedure.
Druk, bij temperaturen lager dan 0°C, het koppelingspedaal tijdens het starten in, om de startprocedure te
vergemakkelijken. Laat vervolgens het koppelingspedaal langzaam opkomen.
Let op: raak tijdens het starten het gaspedaal niet aan.
Bij het starten is het motortoerental voor de motoren met 100 en 120 pk, begrensd tot 2500/2800 t/min.
Afzetten van de motor
Advies
Laat de motor, alvorens deze af te zetten, altijd enkele seconden stationair draaien om het toerental van de
turbocompressor te laten terugvallen tot de normale waarde.
"Even gasgeven" tijdens het afzetten van de motor kan de turbocompressor ernstig beschadigen.
LAAT DE MOTOR NOOIT DRAAIEN IN EEN AFGESLOTEN OF ONVOLDOENDE GEVENTILEERDE RUIMTE.
32