Richtingaanwijzers
Links, omlaag.
Rechts, omhoog.
Druk,
bij
het
veranderen
richting, de schakelaar door de
weerstand heen. De schakelaar
wordt automatisch uitgeschakeld
bij het terugdraaien van het stuur.
Optisch signaal / Lichtsignaal
Door de schakelaar kort naar u
toe te bewegen.
Bij afgezet contact wordt door
korte bediening van de schakelaar
de
Follow-me-home-verlichting
ingeschakeld.
Claxon
Druk op het middendeel van het
stuur.
S I G N A L E R I N G
Alarmverlichting
Gelijktijdige bediening van alle
richtingaanwijzers.
Gebruik
deze
uitsluitend
indien
van gevaar, bij een noodstop of
bij rijden onder ongebruikelijke
van
omstandigheden.
Deze verlichting werkt ook bij
afgezet contact.
Zolang u met
alarmverlichting rijdt, werken
de richtingaanwijzers niet.
Bediening van de verlichting
1
Dimlicht / Grootlicht
verlichting
2
Parkeerlicht
sprake
is
3
Uit
4
Automatische verlichting
Alle lampen gedoofd
Draai de ring naar boven.
Parkeerlicht
ingeschakeld
Draai de ring naar boven.
Dimlicht / grootlicht
ingeschakeld
Trek de schakelaar naar u
toe om te wisselen tussen
dimlicht/grootlicht.
Lichtsignaal: trek de schakelaar
naar het stuur, ongeacht de stand
van de ring.
I
11