Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rotor En Accessoires; Reiniging En Onderhoud; Desinfectie; Verwijderen Van Radioactieve Besmettingen - Hettich EBA 200 S Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EBA 200 S:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

NL
23.2

Rotor en accessoires

Bij de EBA 200 S mag de rotor, om veiligheidsredenen, alleen door de klantendienst worden gemonteerd
en gedemonteerd.
23.2.1

Reiniging en onderhoud


Om corrosie en materiaalveranderingen te voorkomen moeten de rotor en de accessoires regelmatig met zeep
of een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek worden gereinigd. De reiniging wordt minstens één keer per
week aanbevolen. Verontreinigingen moeten onmiddellijk worden verwijderd.

Bestanddelen van geschikte reinigingsmiddelen:
zeep, anionische oppervlakteactieve stoffen, niet-ionische oppervlakteactieve stoffen.

Na het gebruik van reinigingsmiddelen moeten de resten van het reinigingsmiddel worden verwijderd door na te
spoelen met water (uitsluitend buiten de centrifuge) of door na te vegen met een vochtige doek.

De rotor en de accessoires moeten direct na de reiniging worden gedroogd.

De rotor en de accessoires moeten wekelijks worden gecontroleerd op slijtage en corrosieschade.
De rotor en de accessoires mogen bij tekenen van slijtage of corrosie niet meer worden gebruikt.

De rotor wekelijks controleren op vaste zitting.
23.2.2

Desinfectie


Als er infectueus materiaal op de rotor of op de accessoires terechtkomt, dan moet er een geschikte desinfectie
worden uitgevoerd.

Bestanddelen van geschikte desinfecteermiddelen:
ethanol, n-propanol, ethylhexanol, anionische oppervlakteactieve stoffen, corrosieremmers.

Na het gebruik van desinfecteermiddelen moeten de resten van het desinfecteermiddel worden verwijderd door
na te spoelen met water (uitsluitend buiten de centrifuge) of door na te vegen met een vochtige doek.

De rotor en de accessoires moeten onmiddellijk na de desinfectie worden gedroogd.
23.2.3

Verwijderen van radioactieve besmettingen


Het middel moet speciaal bestemd zijn voor het verwijderen van radioactieve besmettingen.

Bestanddelen van geschikte middelen voor het verwijderen van radioactieve besmettingen:
anionische oppervlakteactieve stoffen, niet-ionische oppervlakteactieve stoffen, gepolyhydreerd ethanol.

Na het verwijderen van de radioactieve besmettingen moeten de resten van het middel worden verwijderd door
na te spoelen met water (uitsluitend buiten de centrifuge) of door na te vegen met een vochtige doek.

De rotor en de accessoires moeten onmiddellijk na het verwijderen van de radioactieve besmettingen worden
gedroogd.
23.2.4

Rotoren en accessoires met beperkte gebruiksduur

(alleen bij EBA 200)
De gebruiksduur van de rotor is begrensd tot 50000 loopcycli (centrifugeerprocessen). Het maximaal toegestane
aantal loopcycli is aangegeven op de rotor.
Om veiligheidsredenen mag de rotor niet meer worden gebruikt, wanneer het daarop aangeduide maximaal
toegestane aantal loopcycli bereikt is.
Het apparaat is uitgerust met een cyclusteller, die de loopcycli (centrifugeerprocessen) telt. Beschrijving zie
hoofdstuk "Cyclusteller".
36/137

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Eba 200

Inhoudsopgave