Programming Mode. De gele lamp identificeert een
bestaande foutmelding die de generatorset niet
afsluit.
Een
voortdurende
foutmelding kan een afsluiting van het systeem
veroorzaken. Verbeter alle systeemwaarschuwingen
zodra dit praktisch uitkomt.
Zie Hoofdstuk 2.7.8, Waarschuwingsindicatorsysteem
voor definities van de vermelde onderdelen.
De
volgende
systeemwaarschuwing:
• Motorfuncties:
Hoge batterijspanning
o
Hoge koelmiddeltemperatuur
o
Lage batterijspanning
o
Lage koelmiddeltemperatuur
o
Lage brandstof (niveau of druk) *
o
Lage oliedruk
o
Snelheidsmeterfout
o
Hulpstart (systeemstatus)
o
Zwakke batterij
o
• Algemene Functies:
Hulp – Analoog tot 7 invoeren die door de
o
gebruiker gekozen kunnen worden, elk met
een hoog en laag programmeerbaar
waarschuwingsniveau.
Hulp - Digitaal tot 21 waarschuwingen die
o
door de gebruiker gekozen kunnen worden
Fout van de batterijoplader *
o
Ladingvoorziener van het
o
noodspanningssysteem (EPS)
Vertraging van de afkoeling van de motor
o
Lading kW-overbelasting
o
Lading te lage frequentie
o
Hoofdschakelaar niet in AUTO (automatische
o
start) positie
NFPA 110-fout (de Nationale
o
Brandbeschermingsvereniging)
Systeem klaar (systeemstatus)
o
• De Functies van de wisselstroominstelling:
Verlies van wisselstroom-metingen
o
Aarde fout*
o
Te sterke stroom
o
* Vereist facultatieve invoersensoren.
Opmerking: Zie Figuur 3-1 in
gebruiker voor fabriek-gereserveerde analoge en
digitale invoer die niet verkiesbaar is door de
gebruiker.
System Shutdown. De rode lamp wijst erop dat de
generatorset wegens een foutmeldingssituatie is
gesloten. De eenheid zal niet starten zonder de
herinstelling van het controlesysteem, zie Hoofdstuk
2.7.10,
Herinstelling
Zie Hoofdstuk 2.7.9, de systeemafsluitingslamp, voor
definities van de vermelde onderdelen.
44
Hoofdstuk 2 Exploitatie
systeemwaarschuwing
situaties
veroorzaken
Invoer van de
van
het
controlesysteem.
De volgende situaties veroorzaken een
systeemafsluiting:
• De motorfuncties:
de luchtbevochtiger uit(status), indien
o
uitgerust
Verlies van het temperatuursignaal van het
o
koelmiddel
Hoge koelmiddeltemperatuur
o
Hoge olietemperatuur
o
een
Laag koelmiddelniveau
o
Lage oliedruk
o
Verlies van het druksignaal van de olie
o
Overcrank
o
Te hoge snelheid
o
• Algemene Functies:
Hulp - Analoog tot 7 gebruikers verkiesbare
o
invoeren elk met een hoog en laag
programmeerbaar afsluitingsniveau
Hulp - Digitaal tot 21 door de gebruiker
o
verkiesbare afsluiters
ECM communicatieverlies (alleen voor ECM
o
modellen)
Noodstop
o
Interne fout
o
Hoofdschakelaar in positie OFF/RESET
o
Hoofdschakelaarfout
o
Open hoofdschakelaar
o
NFPA 110-fout
o
• Functies van de wisselstroominstelling:
Wisselstroom- uitvoer te hoge spanning
o
Te lage wisselstroom-uitvoerspanning
o
Wisselstroombescherming tegen
o
overbelasting en kortsluitingen
Te hoge spanning van het veld (alleen M4,
o
M5, of M7 wisselstroominstelling)
Geblokkeerde rotor (die er niet in om is
o
geslaagd om aan te zwengelen)
Te hoge frequentie
o
Te lage frequentie
o
Opmerking: Zie Figuur 3-1 in de Invoer van de
gebruiker voor fabriek-gereserveerde analoge en
digitale invoer die niet verkiesbaar is door de
gebruiker.
TP-6441-NL 11/06