Stel de PF aanpassen in volgens de vereisten van de
toepassing. Wanneer een generatorset parallel met het nut
zal worden verbonden, moet de VAR of PF controle AAN
worden gezet. Als er tegelijkertijd eveneens meerdere
generatorsets zijn, dan moet de reactieve afzakking ook
AAN worden gezet. Merk bovendien op, dat de PF controle
alleen zou moeten worden gebruikt terwijl de generatorset
parallel met het nut wordt verbonden. De parallelle
verbinding met het nut vereist de logische aanwijzing dat de
stroomonderbrekers die de lijn van de generatorset binden
aan de nutslijn gesloten zijn. Deze aanwijzing wordt
gemaakt door middel van de programmeerbare digitale
invoer voor het VAR/PF regime. Als deze invoerfunctie wordt
geactiveerd,
verandert
geselecteerde VAR of PF controle. Als de logische indicator
niet aanwezig is en de VAR of PF controle niet wordt
toegelaten, zal de controle niet op VAR of PF controle
overschakelen. Omdat de actieve staat voor de digitale
invoer een HI of open verbinding is, is de standaard voor de
digitale invoer (VAR/PF Mode) DISABLED(UIT) (display
toont ENABLED NO). Als de invoer aaangezet is door de
gebruiker, dan moet deze laag gehouden worden door
middel van een verbinding of een verbinding totdat de
verbindindende stroomonderbreker(-s) echt gesloten zijn. De
juiste controlewijze, VAR of PF, moet AAN staan binnen het
configuratiemenu van de regulator.
Specificaties van de aanpassing en de
instelling
Spanningsaanpassing
De spanningsaanpassing wordt ingevoerd als de nominale of
anders gewenste lijn-naar-lijn spanning. Het gemiddelde van
de lijn-naar-lijn spanningen wordt dan gereguleerd naar de
overeenkomstige waarde zoals eerder beschreven. De
instelling kan zo fijn zijn als tienden van volts. De
spanningsaanpassing staat standaard ingesteld op de
nominale
systeemspanning
systeemspanning
spanningdsaanpassing kan ingesteld worden op een
willekeurige waarde binnen ±10% van de systeemspanning.
De hogere grens is ±10% boven de systeemspanning en de
lagere grens is ±10% onder de systeemspanning. Als een
waarde buiten deze grenzen wordt ingevoerd, dan zal een
BEREIK foutmelding worden getoond.
Als
een
referentiepunt
spanningsaanpassingsinstelling
gemiddelde waarde van de lijn-naar-lijn spanningen.
individuele lijn-naar-lijn spanningen worden ook getoond op
de volgende menuschermen. Dit geeft de gebruiker de
mogelijkheid om een willekeurige individuele fase te
monitoren, indien gewenst.
250 Bijlage
de
opwekkingscontrole
elke
keer
wanneer
wordt
veranderd.
wordt
de
getoond,
evenals
De spanningsaanpassingsinstelling kan ook veranderd
worden door middelen buiten het menu om, met inbegrip
van door de gebruiker bepaalde digitale invoer of
communicatie
voorkomt, zal de nieuwe waarde dienovereenkomstig in het
spanningsaanpassingsmenu worden getoond.
Te lage frequentie ontlading aan
Het te lage frequentie ontlading aan menu wordt gebruikt om de
te lage frequentie ontlading aan of uit te zetten. Een invoer van
YES(JA) zal de eigenschap aanzetten en de display zal
ENABLED YES (TOEGELATEN JA) tonen. Een invoer van
in
de
NO(NEE) zal de eigenschap uitzetten en de display zal
ENABLED NO (TOEGELATEN NEE)
frequentie ontlading staat standaard ingesteld op de aan (ON)
toestand.
Frequentie instelpunt
Het frequentie instelpunt is het inschakelpunt voor de te
lage
frequentie
werkfrequentie onder het frequentie instelpunt zal de
uitvoerspanning worden verminderd. De frequentie kan
met een resolutie tot aan tienden van een Hertz worden
ingevoerd. Het bereik van aanvaardbare invoer is 30 tot
70 Hertz. Een willekeurige ingang buiten deze grenzen
veroorzaakt een BEREIK FOUTMELDING op de display
en
de
instelling
standaardwaarde is één cyclus-per-seconde (of twee
voor
niet-ECM-motoren)
systeemfrequentie. Het frequentie instelpunt verandert
in
de
standaardwaarde
verandert. Een instelling van 30 Hertz stelt de te lage
frequentie ontladingseigenschap feitelijk buiten werking
omdat de meeste motoren normaal niet afzakken tot
zulke lage snelheden, zelfs tijdens ladingstoepassingen.
Te lage frequentie ontladingshellling
de
De
De helling bepaalt hoeveel de spanning wordt verminderd
tijdens een ontladingstoestand. De lijn-naar-lijn spanning
wordt gereguleerd naar een waarde lager dan de
spanningaanpassingsinstelling met deze grootte voor elke
cyclus onder
kan met een resolutie ingevoerd worden die zo fijn is als
één tiende van één volt. De standaardwaarde is 2.0 volts
per-cyclus-per-second. Een nul invoer voor de helling zet in
huidige
feite de te lage frequentie eigenschap buiten werking.
de
De
Reactieve afzakking aan
Dit menu staat de gebruiker toe om de reactieve
afzakkingseigenschap aan te zetten. De invoer van YES(JA)
zet de eigenschap aan en de display toont ENABLED YES
(TOEGELATEN JA). Een invoer van NO (NEE) zet de
eigenschap
NO(TOEGELATEN NEE). De reactieve afzakking is bedoeld
voor
een
toepassing.
op
afstand.
Als
ontlading.
Bij
zal
niet
onder
als
de
het frequentieinstellingspunt. De spanning
uit
en
de
display
generatorset-naar-generatorset
spanningaanpassing
tonen. De te lage
een
willekeurige
veranderen.
De
de
normale
systeemfrequentie
toont
ENABLED
parallelle
TP-6441-NL 11/06