Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kohler 40EOZD Gebruiksaanwijzing pagina 249

Scheepsgeneratorsets. aansturingssystemen. software versie 2.10 en nieuwer
Inhoudsopgave

Advertenties

Reactieve stroom:
I = (VAR/3)/V
L-N
135 amps = (112500/3) / 277
Waarbij:
acos de arccosinus is of de omgekeerde
cosinus
W is Watt
LN is lijn-naar-neutraal PF
is de voedingsfactor
VA is voltampere
k is kilo (= 1000)
Daarom zou elke generatorset in dit geval 113 amperes per
fase of de helft van de berekende 226 lijn amperes moeten
dragen. De 113 amperes omvatten 67.5 amperes reactieve
stroom, dit isde helft van de berekende reactieve stroom van
135 amps. De reactieve afzakking zou moeten worden
aangepast tot elke generatorset gelijke reactieve stroom
draagt. De ladingsverdelingscontrole zou moeten worden
aangepast zodat de echte stroom en/of de watts eveneens
gelijk worden gedeeld.
Als één generatorset groter is dan de andere, dan zou deze
moeten worden aangepast om evenredige stroom te dragen.
In dit voorbeeld, als een 150 kW generatorset parallel wordt
gezet aan een 75 kW generatorset, dan zou de grotere
generatorset 90 reactieve amperes (135 * 2/3) dragen en
andere zou 45 reactieve amperes (135 * 1/3) dragen. Pas de
reactieve afzakking aan gebaseerd op de verhouding van de
daadwerkelijke gemeten stromen, niet op de berekende
waarden.
VAR controle
De
VAR
controle
afzakkingsfunctie die hierboven is beschreven. Het verschilt in
zoverre
dat
het
van
nutstoepassingen. Omdat het nut een bijna oneindige lijn
vertegenwoordigt, wordt de spanning bij de ladingsterminals
niet gecontroleerd door de generatorset , en het is onmogelijk
om de verhouding van de stroom van de generatorset aan het
nut te vergelijken dat op zijn nominale uitvoer wordt
gebaseerd. In deze situatie verandert de opwekkingscontrole
van spanningsfeedback naar VAR feedback. Specifieker, de
opwekking wordt gecontroleerd om een bepaalde VAR uitvoer
te handhaven in plaats van een spanninguitvoer. Dit wordt
VAR controle genoemd en wordt alleen in parallelle
nutstoepassingen gebruikt.
De VAR aanpassing kan ingesteld worden op een willekeurige
waarde binnen het nominale vermogen van de generatorset.
Omdat de VARs verwarming in de armatuur veroorzaken, kan
elke willekeurige waarde boven de classificatie van de
generatorset de wisselstroominstelling beschadigen. In de
meeste gevallen wordt de generatorset aangepast om VAR
(achterblijvende PF) te produceren maar ook om tegelijkertijd
VARs (leidende PF) te absorberen. Nochtans, wordt de VAR
instelling gehandhaafd ongeacht de relatieve PF. Als de
bijzondere lading meer VARs vereist dan generatorset
instelling, dan wordt de overmaat afgeleid uit de nutslijn.
De term nominale VARs is een beetje duister. In wezen is het
een waarde die afgeleid wordt van de nominale kW van de
generatorset. Voor een typische standby classificatie, wordt
TP-6441-NL 11/06
is
analoog
aan
de
toepassing
is
op
de volledige lading van de generatorset bepaald op 0.8 PF.
Dit betekent dat de kW lading acht tienden van de VA lading
is. Zoals eerder beschreven, kan de PF voor een lineaire
lading berekend worden als de cosinus van de hoek tussen
de spanning en de stroom. Deze verhouding is gebaseerd op
de voedingsdriehoek. Gebruik makend van dit concept van
de voedingsdriehoek, kan men aantonen dat de reactieve
voeding voor een lineaire lading gelijk is aan de sinus van de
voedingshoek. Dan, gebruik makend van deze trigonomische
functies, kan men aantonen dat voor een PF van 0.8, de
VARs ook zo gerelateerd zijn tot de VA door een factor van
0.6. Uitdrukkelijker is de voedingshoek is gelijk aan de
omgekeerde cosinus (arccosinus) van de PF. Voor een PF
van 0.8 is de voedingshoek 36.9 graden (0.2 radianten). De
sinus van deze hoek, sinus (36.9 graden) is 0.6. Dit is de
factor voor het berekenen van nominale VARs van de
nominale VA. De verhouding van deze twee factoren is 0.75
(0.6/0.8), die gebruikt kan worden om de nominale VARs
direct te berekenen uit de nominale kW; nominale VARs zijn
gelijk aan nominale watts * 0.75.
Wanneer een generatorset parallel met het nut zal worden
verbonden, moet de VAR of PF controle AAN gezet worden.
Als er meerdere generatorsets tegelijkertijd parallel gezet
zijn, dan zou de reactieve afzakking ook AAN gezet moeten
worden. Merk bovendien op, dat de VAR controle alleen zou
moeten worden gebruikt wanneer de generatorset parallel
met het nut wordt verbonden. De parallelle verbinding met
het
nut
stroomonderbrekers die de lijn van de generatorset binden
aan de nutslijn gesloten zijn. Deze aanwijzing wordt gemaakt
door middel van de programmeerbare digitale invoer voor het
VAR/PF regime. Als deze invoerfunctie wordt geactiveerd,
verandert de opwekkingscontrole in de geselecteerde VAR of
PF controle. Als de logische indicator niet aanwezig is en de
VAR of PF controle niet wordt toegelaten, zal de controle niet
op VAR of PF controle overschakelen. Omdat de actieve
staat voor de digitale invoer een HI of open verbinding is, is
reactieve
de standaard voor de digitale invoer (VAR/PF Mode)
DISABLED(UIT) (display toont ENABLED NO). Als de invoer
parallelle
aaangezet is door de gebruiker, dan moet deze laag
gehouden worden door middel van een verbinding of een
verbinding totdat de verbindindende stroomonderbreker(-s)
echt gesloten zijn. De juiste controlewijze, VAR of PF, moet
AAN staan binnen het configuratiemenu van de regulator.
Controle van de voedingsfactor
De PF controle lijkt sterk op de VAR controle hierboven.
De PF controle wordt alleen gebruikt wanneer de
generatorset parallel aan het nutsnet wordt verbonden. Het
verschil is dat de PF van de stroom van de generatorset
constant wordt gehouden. De
bepaalt de verhouding tussen de stroom en de spanning
van de generatorset. De PF is een term die de verhouding
van echte watts tot het product van voltampère (VA). Voor
lineaire ladingen kan de PF beschreven worden door een
trigonomische verhouding. De PF is gelijk aan de cosinus
van de hoek tussen de stroom en de spanning. De PF
wordt verder gedefiniëerd als leidend of achterblijvend. Dat
wil zeggen, als de stroom achterblijft op de spanning
(d.w.z., later in de tijd is), dan blijft de PF achter; als de
stroom de spanning leidt(d.w.z., eerder in de tijd is), dan
leidt
de
PF.
achterblijvende PF, terwijl de capacitieve ladingen een
leidende PF hebben. De stroom in een zuiver weerstand
biedende lading is in fase met de spanning (niet leidend of
achterblijvend) en de PF is 1.0 (cos. [0]).
vereist
de
logische
PF aanpassingsinstelling
De
inductiee
ladingen
aanwijzing
dat
de
hebben
een
Bijlage 249

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave