10.2.2 Vrijgeven vanuit de scanruimte
OPMERKING: Als de laatste zuigerbeweging een achterwaartse beweging betrof of als een door
OPMERKING: Op het scherm licht het pictogram Luchtcontrole op en op de injectorkop licht
Het systeem blijft vrijgegeven totdat aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
OPMERKING: Het pictogram verandert en geeft Vrijgave annuleren aan, de knop Vrijgeven
10.3 Een injectie starten
Gevaar met betrekking tot bloedvaten - Risico van ernstig letsel bij de patiënt.
OPMERKING: Zie Tabel 6 - 1 voor een beschrijving van de werking van de vrijgavelampjes
OPMERKING: Als er een herinnering is ingesteld, krijgt de operator een melding wanneer
OPMERKING: De herinneringsmelding wordt verwijderd wanneer de operator de melding bevestigt
1. Druk op de knop Luchtcontrole op de injectorkop om te bevestigen dat de gebruiker heeft
gecontroleerd of alle lucht uit de spuit en slang is verwijderd.
het protocol vereiste spuit niet aanwezig is, staat het systeem geen vrijgave toe
en wordt dit aan de operator gemeld.
de knop Luchtcontrole op.
2. Druk op de knop Vrijgeven op de injectorkop.
a. Als een protocol niet is vergrendeld, knippert het pictogram Vergrendelen en wordt het
systeem niet vrijgegeven. Zie
b. Als de luchtcontrole niet is bevestigd, knippert de knop Luchtcontrole en klinkt
er een geluidssignaal.
c. Bij een ontoereikend volume knippert het lampje op de injectorkop. Zie
de bedieningsruimte"
i.
Druk op Vrijgeven op de injectorkop om het door het systeem gewijzigde protocol
te accepteren, of
ii. Wacht totdat de volume-indicator stopt met knipperen en zorg dat het volume weer
voldoende is.
•
Op het scherm is Vrijgave annuleren geselecteerd.
•
Er is op Afbreken gedrukt.
•
Er is een andere injectorbediening dan Starten/Onderbreken geactiveerd.
•
Er vindt een time-out van 20 minuten plaats.
•
Er is een injectie voltooid.
op de injectorkop licht op en de vrijgavelampjes op de injectorkop knipperen.
•
Volg de technieken van de instelling voor het beperken van extravasatie.
•
Om te bevestigen dat de vene goed is aangeprikt, kan een testinjectie met gering volume
worden toegediend.
•
Het is aan te bevelen dat de operator in de beginfase van de injectie bij de patiënt blijft
en de patiënt de instructie geeft onmiddellijk te waarschuwen indien zich tijdens de
injectie pijn of gevoelsverandering voordoet.
•
Controleer op extravasatie van contrastmiddel of zoutoplossing tijdens de injectie.
•
Stop de injectie en raadpleeg het beleid van de instelling inzake behandeling als
er extravasatie wordt geconstateerd.
1. Druk op de injectorkop, op het werkstation of op de handschakelaar op Starten/Onderbreken.
bij vrijgave, tijdens een injectie en/of tijdens een onderbreking.
de verstreken tijd voor de herinnering overeenkomt met de ingestelde waarde.
Indien er een testinjectiefase is geprogrammeerd, begint de verstreken tijd voor
de herinnering bij het begin van de eerste fase na de testinjectie.
of als er een andere melding wordt geactiveerd.
"De bedieningsruimte voorbereiden"
voor meer informatie over ontoereikend volume.
WAARSCHUWING
Vrijgeven en injecteren
voor nadere informatie.
"Vrijgeven vanuit
10 - 47