Inhoudsopgave
Advertenties
GRUPPO DI VERNICIATURA FINISHING PAINTING UNIT FINISHING
UNIT VAN VERFWERK FINISHING LACKSPRITZGERÄTE FINISHING
Nederlands
7. OPZOEKEN DEFECTEN
DEFECT
De apparatuur start niet
De apparatuur is in werking
(pomp in beweging) maar
pom pt de vloeistof niet
De stroom van het product
op de toevoer is niet continu
Het vermogen van de pom p
vermindert
tijdens
werking
Het vermogen van de pom p
vermindert
tijdens
werking tot het ophoudt (de
pom p stopt)
De apparatuur stopt dikwijls
De
apparatuur
blijft
werking
ook
met
interceptieklep
van
toevoer gesloten
Voor gevallen niet in overweging genomen in deze
sam envatting en voor alle verduidelijkingen m.b.t. de
voornoemde inlichtingen, kan men ook telefonisch contact
opnemen
met onze Klantendienst van Technische
Ass istentie.
OPLOSSING
De aansluiting op de lijn en
de
klep
interceptie
lucht
controleren.
De
unit
luchtbehandeling
controleren,
indien
geïnstalleerd.
De opening van de eventuele
kleppen op de leidingen van
aanzuiging
en
toevoer
controleren.
De
klep
interceptie lucht
sluiten en snel terug openen
nadat men de druk verhoogd
heeft (zie paragraaf 5.1)
De
filter
grondig
schoonmaken,
indien
geïnstalleerd.
Het peil van de vloeistof
controleren.
De aanzuigbuis controleren.
Verifiëren of de aanzuiging
niet verstopt is.
Verifiëren of de pom p geen
luchtbellen heeft
Aanwezigheid
van
onzuiverheden
op
supports van de kleppen.
Gedeeltelijke verstopping op
de
de toevoerlijn.
Beperkte veranderingen in
de karakteristieken van het
product (vb. viscos iteit).
Vorming
van
ijs
in
afvoerleidingen van de lucht
van de pomp.
Volledige verstopping op de
de
toevoerlijn.
Opmerkelijke veranderingen
in de karakteristieken van het
product (vb. viscos iteit).
De luchtdruk verhogen.
De
verdeling
van
sm eerspuit afstellen, indien
geïnstalleerd.
De sm eerspuit voorzien van
een
speciaal
daartoe
bes temd antivriesproduct en
een
efficiënte
condensscheider
op
luchtlijn voorins tellen, indien
geïnstalleerd.
in
De dichting van
de klep
de
interceptie product en de
de
afvoerklep controleren.
Aanwezigheid
van
onzuiverheden
op
supports kleppen.
7. FEHLERSUCHE
FEHLER
Das Gerät läuft nicht an
Das Gerät
läuft (pumpe
bewegt sich), aber es wird
keine Flüssigkeit gefördert
Der
Produktfluß
druckseitig
gleichmäßig
de
Die
Fördermenge
Pumpe nimmt während des
Betriebs ab
de
Die
Fördermenge
während des Betriebs ab,
bis die Pumpe schließlich
anhält
Das Gerät setzt häufig aus
de
de
Das Gerät bleibt auch bei
geschlossenem
Absperrventil der Druckseite
betriebsbereit.
de
Bei Fällen, die in dieser
berücksichtigt wurden und
obenstehenden
telefonisch an unseren
URSACHE/ABHILFE
Leitungsanschluß
Luftsperrventil kontrollieren
Leitungsanschluß
Luftsperrventil kontrollieren
Die
Öffnung
eventuellen Ventile auf den
Ansaug-
Druck leitungen prüfen
Das
Luftabsperrventil
schließen
und
wieder
öffnen,
der Druck
erhöht wurde
(siehe Abschnitt 5.1)
Filter
gründlich
wenn es existiert
Flüssigk eitsstand
k ontrollieren
Saugrohr kontrollieren
ist
Sicherstellen, daß saugseitig
nicht
keine Verstopfung vorliegt
Sicherstellen,
daß
Kavitation vorliegt
Die
Ventilsitze
verschmutzt sein
der
Partieller
Verschluss
Druckleitung
Geringfügige Variationen der
Produktm erkm ale
(z.B.Viskosität)
Eisb ildung
in
Entlüftungsleitungen
Pumpe
nimmt
Kompletter Verschluss der
Druckleitung
Um fassende Variationen der
Produktm erkm ale
(z.B.Viskosität)
Luftdruck erhöhen
Schmiermittelabgabe
regulieren wenn es existiert
Schmiereinrichtung
geeignetem
Frostschutzmittel
und
einen
wirksam en
Kondenswasserabscheider
in die Luftleitung einsetzen
wenn es existiert
Dichtheit
Produktsperventils und des
Ablaßventils kontrollieren
Die
Ventilsitze
verschmutzt sein
Zusamm enfassung nicht
bei Fragen zu den wenden
Angaben
Sie
sich
bitte,
Technischen Kundendienst
und
und
der
und
schnell
nachdem
reinigen
keine
könnten
der
den
der
mit
befüllen
des
könnten
auch
59
Advertenties
Inhoudsopgave
