Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsaanwijzingen - Hettich EBA 20 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EBA 20:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

4

Veiligheidsaanwijzingen

Als niet alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding worden opgevolgd, dan kan er bij de
fabrikant geen garantieclaim worden ingediend.
De centrifuge moet zodanig geplaatst worden, dat deze stabiel kan functioneren.
Voor gebruik van de centrifuge in ieder geval controleren of de rotor stevig vastzit.
Tijdens een centrifugatieloop mogen conform EN / IEC 61010-2-020, in een veiligheidsbereik van
300 mm om de centrifuge heen, zich geen personen, gevaarlijke stoffen en voorwerpen bevinden.
Rotoren, ophangingen en accessoires die duidelijk tekenen van corrosie of mechanische
beschadiging vertonen, of waarvan de gebruiksduur verkopen is, mogen niet meer worden
gebruikt.
De centrifuge mag niet meer in gebruik worden genomen, wanneer de centrifugeruimte
veiligheidsrelevante beschadigingen vertoont.
Voor de inbedrijfstelling van de centrifuge moet de gebruiksaanwijzing gelezen en in acht genomen
worden. Uitsluitend personen die de gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben, mogen het
apparaat bedienen.
Naast de gebruiksaanwijzing en de bindende regels ter vermijding van ongevallen moeten ook de erkende
vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken in acht genomen worden.
De gebruiksaanwijzing moet gecompleteerd worden met aanwijzingen op grond van bestaande nationale
voorschriften van het land van de gebruiker inzake het vermijden van ongevallen en de milieubescherming.
De centrifuge is gebouwd volgens de stand van de techniek en functioneert veilig. Er kunnen echter ook gevaren
voor de gebruiker of derden van de centrifuge uitgaan wanneer deze niet door opgeleid personeel of onvakkundig
of voor niet een reglementaire toepassing wordt gebruikt.
De centrifuge mag terwijl ze in bedrijf is, niet bewogen worden; vermijd schokken.
In geval van storing c.q. bij de noodontgrendeling nooit in de draaiende rotor pakken.
Om schade door condensaat te voorkomen, moet bij wisseling van een koude naar een warme ruimte de
centrifuge minstens 3 uur in de warme ruimte opwarmen voordat zij op het net mag worden aangesloten of 30
minuten in de koude ruimte warmlopen.
Alleen door de fabrikant voor dit apparaat toegestane rotor en accessoires mogen worden gebruikt (zie Hoofdstuk
"Anhang/Appendix, Rotoren und Zubehör/Rotors and accessories").
De rotor van de centrifuge mag alleen overeenkomstig het "Beladen van de rotor" beladen worden.
Bij de centrifugering met maximaal toerental mag de dichtheid van de stoffen of van het stofmengsel 1,2 kg/dm
niet overschrijden.
Centrifugeren met ontoegelaten onbalans is niet toegestaan.
De centrifuge mag niet worden gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving.
Het centrifugeren met:
− brandbaar of explosief materiaal
− materialen, die chemisch met een hoge energie met elkaar reageren is verboden.
Bij het centrifugeren van gevaarlijke stoffen c.q. stofmengsels, die toxisch, radioactief of met pathogene micro-
organismen besmet zijn, dienen door de gebruiker geschikte maatregelen te worden getroffen.
Principieel moeten alle centrifugeervaten met speciale schroefsluitingen voor gevaarlijke substanties worden
gebruikt. Bij materialen van de risicogroep 3 en 4 moet aanvullend op de afsluitbare centrifugeervaten een bio-
veiligheidssysteem
worden
wereldgezondheidsorganisatie).
Voor deze centrifuge zijn geen bio-veiligheidssystemen verkrijgbaar.
Het in werking zetten van de centrifuge met sterk corroderende stoffen, die de mechanische sterkte van rotoren,
festoenen en accessoires kunnen belemmeren, is niet toegestaan.
Reparaties mogen alleen door personen worden uitgevoerd die hiertoe door de fabrikant geautoriseerd werden.
gebruikt
(zie
handboek
"Laboratory
Biosafety
Manual"
NL
3
van
de
7/54

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave