Voor een correcte werking van het apparaat moet voldoende koel-
lucht worden aangevoerd. De aanvoer van koellucht mag niet wor-
den belemmerd (bijvoorbeeld door inbouw van warmtewerende lijs-
ten in de keukenkast). Andere warmtebronnen (zoals een open
haard) mogen de benodigde koellucht niet te veel verwarmen.
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de
deur niet worden gesloten als u het apparaat gebruikt. Achter een
gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen
het apparaat, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur
pas als het apparaat volledig is afgekoeld.
Veilig gebruik
Verbrandingsgevaar! Het apparaat wordt bij gebruik heet. Af-
hankelijk van de gekozen ovenfunctie wordt met name het boven-
warmte-/grillelement zeer heet. U kunt zich ook branden aan de
verwarmingselementen, de ovenwanden, het voedingsmiddel en
de accessoires. Draag daarom altijd ovenwanten als u hete ge-
rechten in het apparaat zet of eruit haalt of als u in het hete appa-
raat bezig bent.
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen
door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit
om er een ruimte mee te verwarmen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Gebruik het
apparaat niet om ermee te frituren. Blus een brand met olie of vet
nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen door
de deur gesloten te houden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11