Inhoudsopgave
Advertenties
S14901886 Issue J
1.2
ATEX-richtlijnimplicaties
®
De Microvac
-pomp is niet ontworpen om te beantwoorden aan de Europese ATEX-normen.
1.3
Beschrijving
®
De Microvac
-pompen zijn eenheden van het onafhankelijke, roterende type met zuiger met oliedichting. Een op de
aandrijfas gemonteerde excentriek drijft de zuiger aan. Twee vrij oscillerende, drijvende scharnierbaren in de
pompbehuizing geleiden het verschuiven van de zuiger. De zuigerassemblage roteert in wijzerzin wanneer u kijkt
naar het aandrijvingsuiteinde. De lucht komt in de pomp via de inlaat en passeert via de zuigerverschuiving wanneer
de zuiger zijn invoerslag uitvoert. Naarmate de zuiger de centrale bovenpositie nadert, wordt de invoerpoort
gesloten, waarbij het systeem wordt afgescheiden van de pomp (zie
voorkant van de zuiger wanneer hij zijn volgende slag begint. Naarmate de zuiger verder draait, wordt de ingesloten
lucht samengedrukt en afgevoerd via de uitlaatkleppen en langs de uitlaat van het reservoir. De afvoerkleppen zijn
van het corrosie-bestande schoteltype voor zwaar gebruik.
Gas komt in pomp
via inlaat
Wanneer de pomp in werking is, gebeurt de smering van de interne delen volkomen automatisch. Er wordt olie door
atmosferische druk van het reservoir via interne oliedoorgangen naar de aslagers geperst. De olie wordt dan in de
pomp gevoerd om de noodzakelijke oliedichting van zuiger naar cilinder te leveren. De olie in de pompkamer wordt
geperst doorheen de uitlaatkleppen met de samengeperste lucht en keert terug naar het reservoir. Een
elektromagnetische klep verhindert dat er olie vloeit naar de pomp in het geval van een stroomdefect of wanneer
de pomp wordt uitgeschakeld zonder dat het vacuüm wordt gebroken.
De algemene opstellingen van de pomp worden gegeven in de Figuren
1.3.1
Gasballast
Om hogere stoombelastingen te pompen, wordt er gasballast in de pomp geleverd om condensatie te verhinderen
van de damp die door de pompgassen wordt getransporteerd.
Er kan lucht worden ingevoerd tot het lage vacuümstadium. Alternatief kan er een inert gas zoals stikstof worden
geleverd via een geschikte externe klep.
1.3.2
Watersysteem
Er moeten koelleidingen worden geïnstalleerd om geen uitschakelgevaar te creëren dat kan
resulteren in kwetsuren voor het personeel.
Een koelwatertoevoer met een nominaal vermogen van 30 °C (85 °F) en 5,7 lpm (1,5 GPM) voor de 212J en 7,6 lpm
(2 GPM) voor het maximum van 412J is vereist voor efficiënte pompprestaties. De interne waterdruk van de pomp
mag niet hoger zijn dan 2,4 barg (35 psig) (raadpleeg
Pagina 2
Figuur 1 – Werkingstheorie
Inlaat
De inlaat sluit en houdt
het gas gevangen
WAARSCHUWING
Hoofdstuk 3.8
Figuur
1). De lucht wordt ingesloten aan de
Inlaat
Gas wordt samengeperst en daarna
naar buiten geperst via uitlaat
2
en 3.
voor informatie).
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
Uitlaat
Advertenties
Inhoudsopgave
