4
Bediening
4.1
Controle voor het starten
Wanneer het schoepenwiel niet draait, moet u de pomp onmiddellijk stilleggen. Controleer de werking van de
elektromagnetische klep. Wanneer de elektromagnetische klep correct werkt, moet u de olieleidingen
controleren op blokkeringen.
Opmerking:
Zet even de pomp aan voor tenminste twee omwentelingen.
Zet de pomp even aan terwijl u de pomprotatie observeert. Wanneer de pomp niet draait in wijzerzin, verwissel dan
twee of drie faseleidingen onderling.
Zorg ervoor dat de olie-elektromagnetische klep naar behoren werkt door controle te houden op de oliedoorvloei-
indicator. Het schoepenwiel moet draaien nadat de systeemdruk lager is dan 600 mm Hg (6" Hg aan de inlaat). De
werking van de elektromagnetische klep wordt ook duidelijk wanneer ze een magnetisch veld creëert en warm wordt.
De olie-elektromagnetische klep is normaal gesloten en moet worden geactiveerd wanneer de pomp start.
Het drukverschil tussen het oliereservoir (atmosferische druk) en de pompholte (vacuüm) dwingt de olie naar de
lagers en in de pompholte. De olie smeert de bewegende delen en creëert ook een oliedichting.
De olie begint te lopen bij 800 mbar (600 Torr). Bij 533 mbar (400 Torr) is de doorstroming ongeveer 50%.
Van 133 mbar (100 Torr) tot drukvrije outputdruk is 100%.
Opmerking:
533 mbar (400 Torr) moet worden bereikt binnen de 10 minuten of er is een perssmeersysteem nodig
om te zorgen voor de vereiste oliedoorstroming naar de pompholte.
4.2
Pompstart
De elektromagnetische klep kan heet worden tijdens de werking.
Start de pomp niet wanneer de olietemperatuur onder 13°C (55°F) ligt.
Opmerking:
Nieuwe riemen verliezen gewoonlijk hun spanning tijdens de initiële werking en moeten opnieuw
worden gecontroleerd tijdens de eerste werkingsdagen. Span altijd de riemen volgens de specificaties
van de riemproducent. Overmatige spanning kan onnodige belasting van de pomp- en de motorlagers
veroorzaken, terwijl extreme overspanning de as kan doen breken als gevolg van metaalmoeheid.
1. Draai de koelwatertoevoer aan.
2. Zorg ervoor dat de uitrusting die wordt leeggepompt naar behoren is schoongemaakt en dat alle
vacuümregelkleppen zijn gesloten.
3. Druk op de START-knop en controleer of de elektromagnetische klep naar behoren werkt.
4. Open de pompinlaatklep.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
S14901886 Issue J
Pagina 21