Inhoudsopgave
Advertenties
Verwijder de beschermingskappen/deksels van de inlaat- en uitlaatflenzen vooraleer u de buizen installeert. Als de
pomp moet worden gebruikt bij temperaturen onder het vriespunt, tap dan de watermantel af om te vermijden dat
de behuizing kraakt; blaas de watermantel uit. Als de eenheid gedurende een periode zal worden opgeslagen
vooraleer ze wordt in bedrijf gesteld, volg dan dezelfde procedure.
3.5
Inlaatbuizensysteem
Het inlaat vacuüm buissysteem moet naar behoren worden ondersteund. Zorg ervoor dat de buizen
vast staan en geen gevaar voor uitschakeling zullen veroorzaken.
Zorg ervoor dat het vacuümsysteem en de aansluitingsbuizen uitgedreven zijn en vrij van lasspatten, vuil of
gruis. Vreemde restdeeltjes die in de pomp raken, kunnen defecten en mogelijk schade aan de inwendige
onderdelen veroorzaken. Aangepaste sifons, filters of schermen moeten permanent worden geïnstalleerd
wanneer wordt verwacht dat partikels groter dan 0,25 mm (10 micron) in de pomp zullen raken. Oliezuivering
is vereist wanneer een beduidende hoeveelheid partikels groter dan 0,25 mm (10 micron) worden gepompt.
De inlaatdruk mag niet hoger zijn dan 1,013 bar (760 Torr).
Alle buisleidingen moeten zo kort mogelijk zijn en ze mogen niet kleiner zijn dan de inlaat naar de pomp. Wanneer
lange leidingen niet kunnen worden vermeden, moet u de diameter van de buizen verhogen met 50% of meer
tegenover de diameter van de pompinlaat. Het geleidingsvermogen van lange leidingen moet worden gecontroleerd
en de leiding moet voldoende groot worden gemaakt of dit zal een negatieve impact hebben op de pompsnelheid van
het systeem. Wanneer u de pomp aansluit op het systeem, voorzie dan een verticale buis van tenminste 610 mm
(24,0") lang tussen de pomp en het systeem wanneer de pomp zich bevindt onder de inlaat van het systeem. Wanneer
de pomp zich bevindt boven, of op hetzelfde niveau van de systeeminlaat, voorzie dan een omgekeerde "U" –buis
die kan dienen als sifon voor systeemvuil en om de migratie van pompolie naar de systeeminlaat te verhinderen. Zorg
ervoor dat alle vacuümbuisaansluitingen dicht zijn. Wanneer er een filter in lijn wordt gebruikt, installeert u deze
overeenkomstig
Figuur
6. Het is aan te bevelen een flexibele aansluiting te installeren tussen de pompinlaat en de
vacuümbuisleiding om vibratie te reduceren (zie
Een hoge-vacuümklep die volledig opengaat, wordt aanbevolen om de start te vergemakkelijken en om na te gaan of
de pomp drukvrij is.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Figuur
7).
S14901886 Issue J
Pagina 13
Advertenties
Inhoudsopgave
