Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3.6

Uitlaatbuizen

Houd de uitlaat van de pomp altijd vrij. Een verstopping of blokkering kan schade aan de uitrusting
en persoonlijk letsel veroorzaken.
Het vacuüm buissysteem moet naar behoren worden ondersteund. Zorg ervoor dat de buizen vast
staan en geen gevaar voor uitschakeling zullen veroorzaken.
De uitlaatdruk van de pomp mag niet hoger zijn dan 483 mbar (7 psig). Wanneer dit gebeurt,
kunnen daaruit schade aan de uitrusting en kwetsuren bij het personeel resulteren.
Vooraleer u de pomp laat werken, moet u de plastic plug verwijderen van de uitlaatpoort. De pomp
mag niet worden gebruikt wanneer ze niet is geïnstalleerd in een aangepast vacuümsysteem.
De uitlaatfilters die zijn aangebracht op de 212J en 412J pompen moeten worden afgetapt om te
vermijden dat er zich een gevaarlijke tegendruk ontwikkelt. Verhoogde tegendruk kan resulteren
in schade aan de pomp en kwetsuren bij mensen.
Breng geen klep aan in de uitlaatleiding. Wanneer er een klep moet worden geïnstalleerd in een leiding, moet
er ook een ontlastklep worden ingevoegd tussen het reservoir en de klep. De ontlastklep moet even groot zijn
als de leiding en open staan bij 0,14 barg (2 psig).
De pompen verspreiden kleine oliedruppeltjes in de uitlaat van de pomp. Edwards raadt het gebruik van uitlaatfilters
aan om te verhinderen dat deze druppeltjes accumuleren in de uitlaatbuizen of het systeem, of op de plaats waar
de buizen eindigen. De olie en de condenseerbare stoffen zullen samenkomen in de buizen en terugkeren naar het
pompreservoir of worden samengebracht binnen de filterbehuizing.
Voor de 212J- en 412J-pompen die geen uitlaatfilter gebruiken, wordt aanbevolen dat de uitlaat horizontaal over een
korte afstand van buizen zou worden voorzien en verbonden in een verticale uitlaatbuis. De lagere, verticale
uitlaatbuis moet minstens 305 mm (12") lang zijn en uitlopen op een plug of afvoerkraan om de verwijdering van vocht
en/of gecontamineerde olie mogelijk te maken voordat die voldoende kan accumuleren en teruglopen in het
pompoliereservoir (zie
Figuur
Voor de 212J en 412J pompen met een uitlaatfilter, is de verticale verzamelbuis niet vereist. Deze filters verzamelen
de samengevloeide olie en de condenseerbare stoffen in de filterbehuizing. De vloeistoffen moeten uit de behuizing
worden afgetapt door middel van de aftapkranen. Wanneer de olie niet wordt afgetapt uit de uitlaatfilters, zal dit
resulteren in een verminderde pompprestatie en een beduidend hogere tegendruk.
De uitlaatbuis mag niet kleiner zijn dan de pompuitlaat en ze moet zo kort mogelijk zijn. De pompuitlaat zal een
kleine hoeveelheid olie bevatten en die moet worden behandeld op een manier die consistent is met de van
toepassing zijnde federale en locale reglementeringen. Wanneer de uitlaat buiten het gebouw komt, richt dan het
uiteinde van de uitlaatbuis naar beneden om te verhinderen dat er regenwater in raakt.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
7).
S14901886 Issue J
Pagina 15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

412j microvac

Inhoudsopgave