Inhoudsopgave
Advertenties
5.4
Olieverversing
De olie zal heet zijn wanneer de pomp pas aan het werk was. Laat de pomp voldoende lang
afkoelen vooraleer u de olie ververst.
De olievuldop boven op de pomp heeft twee functies. Het is de opening waar u olie bijvult maar
tegelijk ook een drukontlastingsklep die opengaat bij een drukwaarde tussen 0,55 bar (8 psig) en
0,97 bar (14 psig). Deze drukontlasting beschermt de pomp tegen overdruk in de oliekast en tegen
mogelijke scheuren in het zijdeksel van de pomp. De 412J-pompen zijn uitgerust met twee
olievuldoppen. Zorg ervoor dat minstens één van deze olievuldoppen niet verstopt is, d.w.z. dat
deze nergens op aangesloten is.
Sluit alle energiebronnen die met de pomp verbonden zijn en ontlucht in de atmosfeer.
Onderzoek de procescontaminanten en selecteer de eigen persoonlijke beschermingsuitrusting (PPE) voor
bescherming tegen contact met media.
Tap onder gebruikmaking van de aftapklep de olie af in een gepaste container voor verwijdering ervan.
Gebruik enkel door Edwards aanbevolen olies wanneer u de pomp hervult. Raadpleeg
vloeistoftype en hoeveelheden. Vul de pomp totdat het kijkglas het ¾ merkteken bereikt.
Controleer de pomp en het systeem op mogelijke gevaarlijke toestanden. Koppel de energiebronnen
weer aan.
5.5
Controle van het oliepeil
Controleer dagelijks het oliepeil. Het oliepeil moet in het centrum van het kijkglas komen wanneer de pomp
uit staat, of in de onderste helft wanneer de pomp werkt in hoog vacuüm. Het niveau zal veranderen
afhankelijk van de inlaatdruk. In de meeste gevallen wordt er olie toegevoegd nadat de pomp een korte
periode heeft gewerkt.
Om olieverlies via het vulgat te vermijden mag u geen olie bijvoegen wanneer de pomp in werking is.
Opmerking:
Wanneer u gassen pompt die waterdamp bevatten, kan het nodig zijn het water te verwijderen dat
condenseert in de opvangbak van het pompreservoir. Stop de pomp en wacht tenminste 1/2 uur om
de olie en het water te laten scheiden. Open de olieaftapklep en tap water af; sluit de klep wanneer
de oliedoorstroming start. Het interval hangt af van het proces en varieert met de hoeveelheid
waterdamp en de olietemperatuur. De pomp doen werken met de olietemperatuur rond 71°C (160°F)
zal de vorming van water minimaliseren maar niet elimineren.
Het water in de olie zal het eindvacuüm verminderen en de uitvaltijden van de pomp vermeerderen. De aanwezigheid
van water in de olie wordt duidelijk door een melkachtig uitzicht van de olie bij het lopen.
5.6
Klepafdekkingonderhoud
Blokkering van alle energiebronnen die op de pomp zijn aangesloten.
Tap de olie af zoals beschreven in
Verwijder het reservoirdeksel, het oliekeerschot en elke klepafdekking waarbij u heel voorzichtig bent om
geen hardware in de pomp te laten vallen.
Vervang versleten klepafdekkingen of onderdelen ervan. Herinstalleer klepafdekkingen met nieuwe
pakkingen. Herinstalleer het oliekeerschot met nieuwe pakking.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Hoofdstuk
5.4.
S14901886 Issue J
Hoofdstuk 2
voor
Pagina 27
Advertenties
Inhoudsopgave
