S14901886 Issue J
Symptoom
Motor stopt of wil
niet starten.
Pomp draait niet
wanneer de motor start.
Pomp draait in
tegengestelde richting
wanneer de motor wordt
uitgeschakeld.
Pagina 32
Tabel 8 – Foutopsporing (vervolg)
Mogelijke oorzaak
De thermische
overbelastingeenheden in de
motorstarter laten het afweten.
Mogelijk intern vastlopen.
V-riemen te los.
Cilinder overspoeld met overvloedige
olie ten gevolge van defecte
elektromechanische klep (Klep zit
vast in open positie van vorige
uitschakeling, of vreemd materiaal
in de klepzitting).
Olieviscositeit te hoog of
olietemperatuur te laag.
Poelie(s) niet vastgezet op as.
Gasballastklep in open positie op
pomp uitgeschakeld.
Aanbevolen oplossing
Controleer de capaciteit van de thermische
overbelastingseenheden door de ampère-rating
op de naamplaat van de motor te vergelijken
met de overbelastingstabel in de starterbox.
Gebruik zo nodig één (1) formaat groter dan
de standaard.
Demonteer en verhelp.
Zet de V-riemen vast (Zie
Draai de pomp met de hand om de buitensporige
olie te verwijderen. Demonteer de klep;
maak schoon en vervang mogelijk versleten
onderdelen. Controleer elektromechanische
klep.
Schakel over naar olie van lichtere graad of
verwarm de olie vooraleer de pomp te vullen
(vooral bij lage omgevingstemperaturen).
Pomp mag niet worden gestart wanneer de
olietemperatuur lager is dan 13°C (55°F)
(Wanneer u V-lube F gebruikt).
Draai de pomp met de hand om of draai hem
2 omwentelingen voordat u hem start.
Zorg ervoor dat de keggen op hun plaats zijn en
de poelie(s) naar behoren vastgezet.
Sluit gasballastklep voor uitschakelen van de
pomp. Atmosferische lucht verhindert het
omkeren van de pompzuigerrichting bij de
pompuitschakeling. De olie zal ook worden
verhinderd terug te stromen in de inlaatbuizen.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
Hoofdstuk
5.8).