S14901886 Issue J
4.3
Gasballastbediening
Wanneer u een gasballastklep opent, mag u die niet openen voorbij de derde markering op de klepschacht
(zie
Figuur
9).
Open de gasballastklep voor maximum efficiëntie. Pas de ballast aan door de klep te draaien voor de gewenste graad.
De volle gasballast zal maken dat de pomptemperatuur stijgt en dat is normaal. Voor het maximum resultaat van de
gasballast, moet de pomp werken bij ongeveer 71°C (160°F). De bedrijfstemperatuur kan worden verhoogd door de
doorstroming van het koelwater te verminderen. Raadpleeg Edwards voor beschikbare controlekits van de
olietemperatuur.
Bij het pompen van stoom in buitensporige hoeveelheden kan de olie worden gecontamineerd. De olie kan worden
gezuiverd door de pomp te laten draaien met volle gasballast terwijl de pomp wordt geïsoleerd van het systeem.
Wanneer buitensporige contaminanten aanwezig zijn, wat wordt aangegeven door een hoog oliepeil, of door
verdunning, vorming van lak, enz. moet de olie worden vervangen.
Opmerking:
Voor vuile toepassingen waar condenseerbare contaminanten aanwezig zijn (asfalt, pek, epoxyharsen
enz.) die geen waterdamp zijn, moet de pomp worden gebruikt bij zowat 71°C (160°F).
Schakel een purge met inert gas aan om de lucht uit de pomp en de uitlaatleiding te verwijderen vooraleer het
proces start.
Opmerking:
Edwards beveelt aan de veiligheidshandleiding van de vacuümpomp en het vacuümsysteem (publicatie
nummer P300-20-000), die beschikbaar is bij Edwards of de leverancier aan te vragen en te lezen.
De gasballastklep moet elke zes maanden worden gecontroleerd op sleet of een gebroken veer wanneer ze
werkt op basis van een dag van acht (8) uur werken; elke 3 maanden voor een vierentwintig (24) uur werking
per dag.
De gasballastklep moet worden gesloten wanneer de pomp wordt stilgelegd. Wanneer de klep open staat,
zal er gas in de pomp worden getrokken via de keerklep en de vacuümverdeelleiding zal onder druk worden
gebracht met atmosferische lucht. Er kan desgewenst een elektromagnetische klep die bevestigd is aan
de gasballastinlaat en die elektrisch is aangesloten op de motorleidingen worden gebruikt om de gasballast
automatisch uit te schakelen bij het uitschakelen van de pomp. Contacteer Edwards voor bijkomende
informatie.
Pagina 22
VOORZICHTIG
Figuur 9 – Instelling gasballast
Derde markering op de klepschacht
Klepschacht
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
Zijdeksel