Onderhoud
7.5 Olieverversing
Wijziging
Viscositeit ↓
TAN (NZ) ↑
PQ-Index ↑
Fe ↑
Cr ↑
Ni ↑
Al ↑
Cu ↑
Zn ↑
Zn ↓
Sn ↑
Si ↑
Si ↓
Ca ↑
Olie troebel
Olie donkerder
7.4
Olie bijvullen
Voor het bijvullen van bedrijfsolie gelden dezelfde voorwaarden als bij Nieuw vullen met
bedrijfsolie (Pagina 57). Dit geldt met name voor het gebruik van vulfilters.
Vul de transmissie met de reeds gebruikte oliesoort. Als de transmissie niet met de reeds
gebruikte oliesoort kan worden gevuld, is een volledige olieverversing (Pagina 50) inclusief
spoelen van de transmissie (Pagina 52) nodig.
7.5
Olieverversing
7.5.1
Voorwaarden en opmerkingen
Neem bij het verversen van olie de volgende maatregelen in acht:
● Neem voor het verversen van de olie een oliemonster (Pagina 46) van de nog
● Voer een olieverversing kort na het stilzetten van de transmissie uit om het afzetten van
50
bedrijfswarme olie uit de transmissie. Documenteer dit oliemonster voor latere tests en sla
het oliemonster goed op.
eventueel aanwezige vaste stoffen te voorkomen. Indien dit niet mogelijk is, neemt u de
transmissie voor het aftappen van de olie kort in bedrijf.
Mogelijke oorzaken
Bestanddelen met lange keten gesplitst
VI-verbeteraar geschaard/verbruikt
Externe vloeistoffen/vetten met lage viscositeit binnengedrongen
Olie verouderd, zuren ontstaan
Slijtage van magnetiseerbare stoffen (met name Fe)
Slijtage en oxidatie aan tandwielen en walslagers, corrosie van de behui‐
zing
Slijtage van walslagers, tandwielen
Slijtage van walslagers, tandwielen
Slijtage aan oliepomplager
Slijtage van walslagerkooi, glijlagers
Uitgespoeld uit deklaag
Additief met Zn-aandeel verbruikt
Slijtage van glijlagers
Vervuiling van extern (stof)
Anti-schuim-additief is verbruikt
Vervuiling van extern (bijv. kalkstof)
Verontreiniging door water of andere vloeistoffen (ook oliën)
Olie verouderd
Transmissiesmering en -conservering 7300nl
Bedieningshandleiding 07/2016