Testinterval en oliehoeveelheid
Neem in de volgende situaties de informatie uit de FVA-richtlijn 616 „Nemen van oliemonsters"
in acht als richtwaarde voor de intervallen voor oliemonsters:
● Bedrijf onder normale omstandigheden
● Zonder grotere verontreinigingen uit de omgeving
● Opstelling in een hal
Onderstaande tabel geeft een overzicht over de testintervallen voor een oliemonsterafname
onder de genoemde omstandigheden. Bij ongunstigere omstandigheden, grotere
verontreinigingen uit de omgeving en bij plaatsing buitenshuis is het vaker afnemen van
monsters zinvol.
Tabel 7-1
Oliehoeveelheid in de transmissie
≤ 20 liter
> 20 liter ≤ 100 liter
> 100 liter ≤ 500 liter
> 500 liter
De grootte van het oliemonster is afhankelijk van het soort onderzoek. Voor routineonderzoek
is meestal 250 ml voldoende.
Procedure
Om een oliemonster te nemen, gaat u als volgt te werk:
1. Zorg bij de keuze van het afnamepunt ervoor, dat de bewegende olie goed toegankelijk is.
2. Reinig het afnamepunt voordat u het oliemonster afneemt.
3. Vermijd tijdens het afnemen van het monster het indringen van vocht (water) en
4. Sla het oliemonster op in een transparante en goed afsluitbare fles met brede hals uit glas
Transmissiesmering en -conservering 7300nl
Bedieningshandleiding 07/2016
Testintervallen bij het afnemen van oliemonsters
Vermijd punten met stilstaande olie en neem geen monsters vanaf het directe olieoppervlak
of vanaf de bodem. Als het oliecircuit een oliefilter bevat, neem dan het monster voor het
filter.
verontreinigingen (bijv. stof) uit de omgeving.
of PE-HD.
Als de opslagcontainer voor het oliemonster eerst gereinigd moet worden, dient deze
meerdere malen grondig met bedrijfsolie te worden uitgespoeld. Voer de spoelolie
vervolgens volgens de voorschriften af.
Interval voor monsterafname
5 000 bedrijfsuren, ten minste jaarlijks
3 000 bedrijfsuren, ten minste jaarlijks
3 000 bedrijfsuren, ten minste halfjaarlijks
2 000 bedrijfsuren, ten minste elk kwartaal
Onderhoud
7.3 Oliemonsters
47