D
C
IGITAL
ONTROL
Bijlage B: Symbolen op het scherm van de
ontvanger
Symbool
Verzwakt signaal
interferentie, of indien binnen 1 m van de zender. Tijdens het lokaliseren op geringe diepte zal
de ontvanger het signaal van de zender verzwakken om overmatige signaalsterkte te
verminderen.De letter A wordt onderaan links van de
A
(pagina 14) of onderaan links van de
Verzwakking tijdens het lokaliseren in de buurt van de zender is normaal; verzwakking tijdens
het kalibreren of de frequentie-optimalisatie is een waarschuwing, ga in dit geval naar een plaats
met minder interferentie. De ontvanger zal niet worden gekalibreerd wanneer de signaalsterkte
knippert, dit duidt op extreme interferentie. Pagina 19
Kalibrering Hoog signaal
zender zich te dicht bij de ontvanger bevindt. Pagina 22
Kalibrering Laag signaal
misschien nog niet is ingeschakeld of zich op een andere (Up of Down) frequentieband dan de
ontvanger bevindt. Pagina 22
Kalibrering Verzwakking fout
verzwakking te wijten is aan een matige storing, dan zal het systeem nog steeds worden
gekalibreerd; het wordt aangeraden om naar een rustigere locatie te gaan waar er geen
verzwakking is. Als de signaalsterkte op het scherm Lokaliseren knippert, dan duidt dit op
extreme interferentie en zal het kalibreren mislukken. Pagina 20
Globe pictogram
(hier leeg weergegeven) vertegenwoordigt de regionale aanduiding, die met het nummer op het
batterijcompartiment van de zender moet overeenkomen. Pagina 6
Grondniveau
Locatielijn
(LL) vindt u alleen tussen de voorste en achterste locatiepunten nadat u een referentie-lock (zien
hieronder) hebt verkregen. Kan ook de gierhoek van de zender in graden vermelden. Pagina 32
Locatiebal/doel
locatielijn wordt weergegeven, zal de locatiebal een volle cirkel worden (bal) die bij benadering
,
het locatiepunt voorstelt. Pagina 31
Lokalisatiepictogram
Het vierkant boven dit pictogram wordt "box" genoemd, voor Ball-in-the-Box en Line-in-the-Box
lokaliseren. Pagina 31
Max-modus
dan vijf seconden wordt ingedrukt. Pagina 33
Max-modus timer
gehouden). Vervangt de rol / verticale hoek updatemeter. Pagina 33
Verticale hoek, nul verondersteld
beschikbaar zijn, wordt er verondersteld dat de verticale hoek voor diepte, verwachte diepte en
AGR-berekeningen nul is. Pagina 32
Batterijsterkte ontvanger
bovenaan het hoofdmenu weergegeven. Als de batterij bijna leeg is, dan zal het pictogram op
het scherm Lokaliseren knipperen. Pagina 12
Ontvangerpictogram
de HAG-functie, dieptemetingen, en de Target Steering-functie. Pagina 32
66
I
NCORPORATED
– Duidt op signaalverzwakking door aanwezigheid van overmatige
rol-indicator
– Wordt na een mislukte kalibrering weergegeven, vaak omdat de
– Wordt na een mislukte kalibrering weergegeven, omdat de zender
– Wordt na een mislukte kalibrering weergegeven. Als de
– Wordt op het opstartscherm van de ontvanger weergegeven, het nummer
– Vertegenwoordigt de grond voor de HAG-functie en dieptemetingen. Pagina 33
– De locatielijn (LL) wordt altijd loodrecht op de zender weergegeven. De locatielijn
– Vertegenwoordigt de voorste en achterste locatiepunten (FLP en RLP). Als de
(de ontvanger) – Vertegenwoordigt het vogelaanzicht van de ontvanger.
– De Max-modus wordt gestart wanneer de trekker tijdens een dieptemeting langer
– Biedt een visuele indicatie dat de Max-modus actief is (trekker ingedrukt
– Aangezien er geen gegevens over de verticale hoek
– Geeft de resterende levensduur van de ontvanger weer. Wordt
– Duidt de positie van de ontvanger ten opzichte van de grond aan, voor
Beschrijving
frequentie-optimalisator resultaten
(pagina 32) op het scherm Lokaliseren.
DigiTrak Falcon F2 Handleiding