Plaats de ontvanger op het beoogde boorpad, voorbij FLP maar binnen 10,7 m van de zender met de
achterzijde (accupack) naar de huidige locatie van de zender gericht. Positioneer de ontvanger, met dien
verstande dat Target Steering is ontworpen om ervoor te zorgen dat de zender zich loodrecht ten opzichte
van de achterzijde van de ontvanger bevindt op het moment dat de boorkop het doel onder de ontvanger
bereikt.
Voor het Falcon externe display dat alleen Remote Steering ondersteunt, is de 10,7 m maximale afstand van
de onderstaande zender beperkt tot het maximale bereik van de zender.
Recht naar het doel met het externe display
Raadpleeg de handleiding van uw externe display voor meer informatie over Target Steering of het scherm
Externe besturing. De handleidingen kunt u vinden op het flash-station dat bij de apparatuur werd geleverd of
online op www.DigiTrak.com.
Target Steering in zones met interferentie
Interferentie kan onnauwkeurigheden veroorzaken bij het meten van de diepte en de locatie van
de locatiebal, en het verlies van de verticale hoek, rol of koers van de zender.
Op plaatsen met passieve en/of actieve interferentie kan het helpen om de zender boven de grond te tillen.
Bij het optillen van de ontvanger, pas de doeldiepte aan zodat de extra hoogte wordt omvat.
DigiTrak Falcon F2 Handleiding
D
Positioneer de ontvanger
voor Target Steering
C
I
IGITAL
ONTROL
NCORPORATED
1. 10,7 m max
2. FLP
3. LL
4. RLP
5. Boren
55