PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
2
1
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar "OFF" en
6
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
Voorgeschreven zekeringen:
3
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A × 2
Zekering richtingaanwijzers:
7.5 A
Zekering stuurdemper:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
3. Draai de contactsleutel naar "ON" en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
LET OP
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
6-34
●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed.
Wrijf
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
DAU39013
DCA10650
eventuele