Tankbeluchtingsslang en over-
loopslang
2
1
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
●
Controleer alle slangaansluitingen.
●
Controleer alle slangen op scheuren of
beschadiging en vervang indien nodig.
●
Controleer voor alle slangen of het uit-
einde ervan niet is verstopt en reinig
indien nodig.
●
Controleer of het uiteinde van alle
slangen buiten het stroomlijnpaneel is
geplaatst.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU51150
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
●
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
●
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsys-
teem in aanraking kunnen komen.
●
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld
houdswerkzaamheden uit te voe-
ren.
●
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
DAU13433
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
DWA10862
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
alvorens
onder-
3-24
DCA10701
3