FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
●
een voorziening voor zelfdiagnose
●
een instelfunctie voor de displayhel-
derheid en het controlelampje scha-
kelmoment
OPMERKING
●
Vergeet niet de sleutel naar "ON" te
draaien voordat u de toetsen "SE-
LECT" en "RESET" gebruikt. Dat hoeft
3
echter niet als u de displayhelderheid
en het controlelampje van het schakel-
moment wilt instellen.
●
Alleen voor Groot-Brittannië: Om te
wisselen tussen de kilometer- en mij-
lenweergave van de snelheidsmeter
en de kilometerteller/ritteller/verbruiks-
meter houdt u de toets "SELECT" min-
stens 1 seconde ingedrukt.
Toerenteller
1
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar "ON" wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot het hoogste aantal toeren
per minuut en keert daarna weer terug naar
nul tpm om het elektrische circuit te testen.
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 13750 tpm en hoger
3-9
Klok en stopwatch
2
1. Klok/stopwatch
Om de klok op tijd te zetten
1. Houd de "SELECT"-toets en de "RES-
ET"-toets tegelijkertijd minstens twee
seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de "RESET"-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de "SELECT"-toets en de mi-
nutenaanduiding begint te knipperen.
DCA10031
4. Druk op de "RESET"-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de "SELECT"-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Om de stopwatch weer te geven
Om de weergave te wijzigen naar de stop-
watchmodus drukt u de "SELECT"-toets en
de "RESET"-toets tegelijkertijd in. Druk om
1