OPMERKING:
Een jaarlijkse motorolieverversing is vereist, ongeacht de bedrijfsuren.
9.2.12 Onderhoud van de batterij
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de negatieve massakabelschakelaar (1) is uitgeschakeld voordat u de accu controleert of verwijdert.
Wanneer u de accu verwijdert, koppel dan altijd eerst de massakabel los van de negatieve (-) pool. Bij het
OPMERKING:
plaatsen van de batterij wordt de procedure omgekeerd. In dit geval wordt de massakabel als laatste op de negatieve pool aangesloten (-
) verbonden. Op deze manier wordt een mogelijke explosie veroorzaakt door vonkvorming tegengegaan.
Draag altijd oogbescherming wanneer u met de accu werkt!
9.2.13 Batterij opladen
Wanneer u de accu verwijdert, koppel dan altijd eerst de massakabel los van de negatieve (-) pool. Bij het plaatsen van de batterij
OPMERKING:
wordt de procedure omgekeerd. In dit geval wordt de massakabel als laatste op de negatieve pool (-) aangesloten.
• Overschrijd het laadniveau van de batterij niet door een metalen voorwerp op de polen te plaatsen.
rekening.
Om de batterij langzaam op te laden, sluit u de positieve pool van de batterij aan op de positieve pool van de lader en de negatieve pool
op de negatieve pool. Vervolgens laadt u de batterij op zoals gewoonlijk.
Het snelladen van de accu is alleen toegestaan in noodgevallen. Binnen een kortere tijd wordt de accu met een hoge laadstroom
gedeeltelijk opgeladen.
Na gebruik van een batterij die snel is opgeladen, moet de batterij zo snel mogelijk normaal worden opgeladen. Anders wordt de
levensduur van de batterij verkort
• Rook niet tijdens het opladen van de batterij. De accu moet uit de buurt van open vuur en vonken worden gehouden.
10. Zuurstofgas, dat ontstaat bij het opladen van de accu, is explosief.
• Wanneer u een oude batterij vervangt door een nieuwe, gebruik dan uitsluitend batterijen met dezelfde specificaties.
keer om.
REINIGING, ONDERHOUD, OPSLAG, VERWIJDERING
Motorolie bijvullen:
• Oliepeilstok (2) losdraaien en verse motorolie in de olievulopening (3)
gieten.
• Verwijder eventuele olieresten met een doek.
• Olievulopening (3) met oliepeilstok (2)
weer sluiten en vastdraaien.
Motoroliepeil controleren:
• Laat de motor ca. 5 minuten stationair draaien, zet vervolgens de
motor af en controleer het motoroliepeil.
• De batterij moet worden gecontroleerd op vervorming.
ren.
• Bij vervorming moet de batterij vervangen worden.
• Het batterijdeksel (ventilatiegat) moet
schoon gehouden worden.
• Controleer of de accuklemmen los zitten.
Draai indien nodig vast.
Zorg ervoor dat de accuklemschroef op de positieve
OPMERKING:
(+) pool is vastgedraaid en dat het gereedschap het accudeksel
niet raakt tijdens het vastdraaien.