9.2.4 Water of lucht uit de brandstoftank aftappen
WAARSCHUWING:
• Roken en open vuur zijn verboden bij het aftappen van water en lucht uit de brandstoftank
verboden.
9.2.5 Controleer het motoroliepeil
OPMERKING:
Als het motoroliepeil te laag is, kan dit motorschade veroorzaken.
Vul geen motorolie bij terwijl de machine draait.
Motorolie en brandstoffen zijn giftig en mogen niet in het milieu terechtkomen! Volg de instructies van de
fabrikant en neem indien nodig contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over de juiste verwijdering.
REINIGING, ONDERHOUD, OPSLAG, VERWIJDERING
• Er zit een ontluchter (2) op de tankdop.
Deze moet tijdens het tanken worden gereinigd.
Als de ontluchter (2) vuil is, ontstaat er een onderdruk in
OPMERKING:
de brandstoftank.
Als de machine langere tijd niet wordt gebruikt, start de
OPMERKING:
motor mogelijk niet onmiddellijk.
De volgende stappen moeten dan gevolgd worden:
• Sluit de brandstofkraan (1).
• Draai de schroef op de ontluchtingsklep van de carburateur (2) los
om water of lucht af te tappen.
• Draai vervolgens de schroef op de ontluchtingsklep van de carburateur
weer dicht. • Open de brandstofkraan (1).
• Start de motor.
WAARSCHUWING
EEN OPMERKING
• Om het motoroliepeil te controleren, parkeert u de machine op een
vlakke ondergrond. Zet de motor af en wacht vijf minuten.
• Draai de oliepeilstok (1) uit de olievulopening (2) en veeg deze af
met een schone, pluisvrije doek of pluisvrij keukenpapier. • Steek
de oliepeilstok (1) er volledig in.