7.3 Controlelijst vóór inbedrijfstelling
OPMERKING:
Voer onderhoudswerkzaamheden aan de machine alleen uit op een vlakke ondergrond als de motor uitgeschakeld is. De
veiligheidsvoorzieningen moeten in de "vergrendelde" stand staan.
Controleer de volgende punten voordat u de machine in gebruik neemt of de motor start: • Controleer het vulpeil van de brandstoftank
• Controleer het motoroliepeil
• Controleer het hydrauliekoliepeil
• Controleer het luchtfilter op vervuiling
• Bedrijfsurenteller controleren
• Controleer het verlichtingssysteem
8 BEDIENING
Bedien de machine alleen als deze in perfecte staat verkeert. Vóór elke bewerking moet een visuele inspectie van de machine worden uitgevoerd.
Veiligheidsvoorzieningen, elektrische kabels en bedieningselementen moeten zorgvuldig worden gecontroleerd.
8.1 Informatie over de eerste inbedrijfstelling
8.1.1 Opmerkingen voor de eerste 50 bedrijfsuren
Om de levensduur van de machine te optimaliseren, moeten de volgende punten in acht worden genomen:
• De bouten 16x300, ringen en R-splitten
demonteren van het deksel.
• Plaats de afdekking van buitenaf op de klep en lijn de boorgaten uit.
• Leid de 16x300 bouten door de boorgaten, plaats de ringen en zet
ze vast met R-spins.
8. Optionele montagepalettengabeln
De palletvorken zijn verbonden met het schild, waardoor diverse
materialen op pallets kunnen worden getransporteerd, geladen en
gelost.
• Stop de machine en laat de bak zakken
verlaag het.
• Draai de M10x40 schroeven en moeren die op de palletvorken zijn
gemonteerd iets los.
• Til het bord iets op en bevestig de twee palletvorken eraan. • Om
het te bevestigen, draait u de schroeven
opnieuw vast.
kip.
OPERATIE