5.3 Veiligheidsvoorzieningen
De machine is uitgerust met de volgende veiligheidsvoorzieningen:
5.4 Veiligheidsinstructies
Om storingen, schade en gezondheidsproblemen te voorkomen, moeten naast de algemene regels voor veilig werken bij het werken met de
machine de volgende punten in acht worden genomen:
• Controleer de machine op volledigheid en werking voordat u deze in gebruik neemt. Gebruik de machine alleen als de voor de verwerking
noodzakelijke scheidingsbeveiligingen en andere niet-isolerende beveiligingen zijn geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat de beveiligingsvoorzieningen in goede staat verkeren en correct zijn geïnstalleerd.
zijn goed onderhouden.
• Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine.
• Zorg voor voldoende lichtomstandigheden op de werkplek om stroboscopische effecten te voorkomen.
meiden.
• Houd de omgeving van de machine vrij van obstakels (bijvoorbeeld stenen etc.). • Gebruik alleen gereedschap dat in
perfecte staat verkeert en vrij is van scheuren en andere gebreken (bijvoorbeeld vervorming).
aties).
• Verwijder gereedschapsleutels en ander afstelgereedschap voordat u de machine inschakelt.
tien.
• Controleer vóór elk gebruik of de aansluitingen van de machine goed vastzitten.
• Laat de draaiende machine nooit onbeheerd achter. Voordat u de werkplek verlaat, moet u de machine uitschakelen en beveiligen tegen
onbedoeld of onbevoegd opnieuw starten.
• De machine mag alleen worden bediend, onderhouden of gerepareerd door personen die ermee vertrouwd zijn en zich bewust zijn van de
gevaren die bij deze werkzaamheden ontstaan.
• Zorg ervoor dat onbevoegden zich alleen op een gepaste veilige afstand van de machine bevinden
stop en houd vooral kinderen uit de buurt van de machine.
• Werk altijd zorgvuldig en met de nodige voorzichtigheid en gebruik in geen geval overmatig
gematigd geweld.
• Overbelast de machine niet!
• Draag nauwsluitende beschermende werkkleding en geschikte beschermende uitrusting (oogbescherming, gehoorbescherming,
veiligheidsschoenen, veiligheidshelm, werkhandschoenen alleen bij het hanteren van gereedschap).
• Draag bij werkzaamheden aan de machine nooit losse sieraden, losse kleding of accessoires (bijv. stropdas, sjaal).
• Werk niet aan de machine als u moe bent, geen concentratie heeft of onder invloed bent van medicijnen, alcohol of drugs!
• Gebruik de machine niet in ruimtes waar dampen van verf, oplosmiddelen of brandbare vloeistoffen een potentieel gevaar vormen (risico
op brand of explosie!).
• Vergrendeling van de bedieningshendels
• Vergrendelingshendel (draaibare bovenbouw)
BEVEILIGING