Standalone-station
Zelfstandig opererend station met lokale aansluiting voor een PC.
Station
Module voor aansturing van het systeem. Brandmeldcentrale of brandmeldterminal.
Stuurgroep
Samenbundeling van een aantal gelijksoortige sturingen.
Systeembus
Ringvormige, redundante netwerk via C-WEB/SAFEDLINK.
Technische melding
Via sensoren of contacten geëvalueerde gebeurtenissen (bijvoorbeeld van systemen van derden) die naar
de brandmeldcentrale worden doorgezet.
Testactivering
Initiëring van brandmelders tijdens de meldertest of effecten van het testen van de sturing.
Transmissievoorziening
Doormeldingseenheid
ÜE
Afkorting voor transmissievoorziening
Uitgebreid netwerk
Verbinding met een aantal SAFEDLINK-netwerken.
Uitschakelblokkering
Instelling om te voorkomen dat een groep wordt uitgeschakeld.
Uitschakeling
Status van een deel van de brandmeldinstallatie waarbij de evaluatie van alle signalen wordt onderdrukt.
Universele stuurgroep
Niveau in de sturingstructuur van het brandmeldsysteem. De universele stuurgroep omvat alle sturingen in
geval van brand.
Vals alarm
Niet door een gevaar geïnitieerd alarm.
Vooralarm
Voorfase van een alarm voor het tijdig informeren bij het optreden van een gebeurtenis.
Zicht
Definieert welk deel van een installatie op een station zichtbaar en bedienbaar is.
A6V10211076_l_nl_NL
Verklarende woordenlijst
253 | 260