10
Beschrijving van het systeem
Topologie
10.2.2.1 Elementen van de melderstructuur
206 | 260
'Bouwdeel'
●
Gebruikelijk stemt 'Bouwdeel' met een gebouw overeen.
●
'Bouwdeel' bundelt 'Secties' die in dezelfde bedrijfsmodus 'Dagorganisatie
in'/'Nachtorganisatie' verkeren.
●
'Bouwdeel' stuurt de ↑ alarmeringsmiddelen aan (akoestische en optische
↑ alarmgevers en de Doormelding).
●
Aan 'Bouwdeel' zijn onderstaande functies toegewezen:
–
Bedrijfsmodus ↑ 'Dagorganisatie in'/↑ 'Nachtorganisatie'
–
Inschakelen /↑ uitschakelen van toegewezen 'Secties'
Per centrale zijn een aantal 'Bouwdelen' mogelijk:
●
FC722, FC723, FC724: maximaal vier 'Bouwdelen'
●
FC726 maximaal acht 'Bouwdelen'
Er is een 'Bouwdeel' die zorg draagt voor de functionaliteit van de alarmverificatie
(AVC), bijvoorbeeld collectieve alarmen en het noodbedrijf.
'Sectie'
●
'Sectie' bundelt 'Groepen' tot willekeurige logische eenheden. Een dergelijke
eenheid is bijvoorbeeld een etage of een trappenhuis.
●
Aan 'Sectie' is onderstaande functie toegewezen:
–
Inschakelen/uitschakelen van toegewezen 'Groepen'
'Groep'
●
'Groep' bundelt typisch de melders in een ruimte.
●
'Groep' evalueert gesignaleerde gevarenniveaus van de melders. Een
geconfigureerde combinatie van verscheidene gevarenniveaus definieert onder
welke omstandigheden 'ALARM' wordt geïnitieerd.
●
Er zijn de onderstaande soorten brandalarmgroepen:
–
'Automatische groep'
–
'Handmelder groep'
–
'Technical groep'
–
'Flow switch groep' (sprinkler)
–
'Sub-system groep'
●
Er zijn de onderstaande soorten blusgroepen:
–
'Sprinkler groep'
–
'XC10 groep'
'Kanaal'
Het 'Kanaal' in 'Melder structuur' vertegenwoordigt de functionaliteit van de
ingangen en uitgangen van een C-NET-apparaat.
A6V10211076_l_nl_NL