5
Bediening
Uitschakelen/inschakelen
5.4.2 Melder uitschakelen/inschakelen
54 | 260
Wanneer een uitgeschakelde 'Melder' de enige 'Melder' in een 'Groep' is of
wanneer alle 'Melders' van een 'Groep' worden uitgeschakeld, wordt de 'Groep'
als uitgeschakeld aangegeven.
Informatie betreffende het in tijd begrensd ↑ uitschakelen van melders treft u aan
in het hoofdstuk 'Tijdelijk uitschakelen [➙ 57]'.
'Melder' uitschakelen
1. Selecteer 'Hoofdmenu' > 'Topologie'.
Venster 'Topologie' verschijnt.
2. Selecteer ↑ 'Melder structuur' en klik op <ok>.
Alle elementen van 'Melder structuur' verschijnen.
3. Selecteer een 'Bouwdeel 1'.
Alle elementen van het 'Bouwdeel' worden weergegeven.
4. Selecteer 'Bouwdeel 1' en druk op <schermtoets 2> ↑ 'Lager niveau'.
Alle 'Secties' in 'Bouwdeel 1' worden weergegeven.
5. Selecteer 'Sectie 1' en druk op <schermtoets 2> 'Lager niveau'.
Alle 'Groepen' in 'Sectie 1' worden weergegeven.
6. Selecteer 'Groep 1' en druk op <schermtoets 2> 'Lager niveau'.
Alle melders van 'Groep 1' worden weergegeven.
7. Selecteer 'Melder 1' en druk op <schermtoets 3> 'Meer Opties'.
Het venster 'Optie selecteren' wordt weergegeven.
8. Selecteer 'Uitvoeren commando's'.
Het venster 'Selecteer commando' wordt weergegeven.
9.
WAARSCHUWING! Uitgeschakelde delen van de installatie
verhinderen het registreren en verwerken van alarmen of storingen!
Selecteer 'UIT'.
Het commando wordt uitgevoerd.
Het venster met de commandoterugmelding is geopend.
De melder is uitgeschakeld.
A6V10211076_l_nl_NL