9
Blusfunctie
Bedrijfstoestanden
Bedrijfstoestand
'In rust'
'Niet gereed'
'Voor activerings fase'
'Geactiveerde fase'
Waarschuwingstijd loopt
'Activering spoel fase'
'Activerings fase'
144 | 260
Beschrijving
Normale bedrijfstoestand. Alle relevante systeemcomponenten zijn bedrijfsklaar.
Er zijn geen'Waarschuwing' of 'ALARM'-signalen in de detectiezones van de
bijbehorende bluszones actief.
Enkele in- en uitvoercomponenten kunnen een storing hebben en worden op het
station en op het blusbedieningspaneel weergegeven.
De bluszone gaat in de volgende gevallen naar de toestand 'Niet gereed':
●
De bluszone is na een activering terug gesteldt, maar er zijn nog 'ALARMEN'
actief in de bluszone; bijv. een actieve automatische brandmelder of een
handbrandmelder. De bluszone blijft in deze toestand zolang deze
'ALARMEN' actief zijn
●
Een uitschakeling is weer gedeactiveerd. De blusinstallatie controleert in deze
toestand op eventueel actieve 'ALARMEN' in de bluszone en blijft in deze
toestand zolang deze 'ALARMEN' actief zijn.
Detectiegroepen in de bijbehorende bluszone geven de status vooractivering
resp. activering van de bluszone door aan de brandmeldcentrale. De
geïntegreerde bluscentrale interpreteert de aanvragen en zet de bluszone in de
toestand Voor activerings fase', overeenkomstig de geconfigureerde
activeringsvoorwaarden.
In de toestand 'Voor activerings fase' is de blusinstallatie in verhoogde
bedrijfsklare toestand. De brandmeldcentrale activeert, afhankelijk van de
configuratie, evt. reeds functies van de besturing in geval van brand. Dit kan bijv.
het sluiten van brandveiligheiddeuren zijn.
Detectiegroepen in de bijbehorende bluszone geven de status van vooractivering
resp. activering van de bluszone door aan de brandmeldcentrale. De
geïntegreerde bluscentrale interpreteert de status en zet de bluszone in de
toestand 'Geactiveerde fase', overeenkomstig de geconfigureerde
activeringsvoorwaarden.
In de toestand 'Geactiveerde fase' activeert de bluscentrale het blusproces voor
de bluszone.
Het blusproces is geactiveerd en de geconfigureerde waarschuwingstijd voor de
bluszone loopt af. De alarmsignaalgever in de betreffende bluszone is
intermitterend actief. Personen kunnen de bluszone verlaten voordat de blussing
van de bluszone met blusmiddel wordt geactiveerd.
Afhankelijk van de configuratie activeert de blusinstallatie reeds de volgende
kleppen:
●
Pilootkleppen aan de stuurluchtvoorziening: deze sturen onder andere de
openingskleppen aan de blusmiddelreservoirs.
●
Zonekleppen: deze geven de blusmiddeltrajecten naar de bluszone vrij.
De openingskleppen aan de blusmiddelreservoirs blijven echter nog gesloten.
Tijdens de waarschuwingstijd kan de 'Uitstel blussing'-schakelaar worden
bediend. Meer informatie over de 'Uitstel blussing'-toestand vindt u hieronder in
de tabel.
Na afloop van de waarschuwingstijd activeert de sturing de blussing van de
bluszone met blusmiddel. Hiervoor opent deze de kleppen aan de
blusmiddelreservoirs.
De blusinstallatie gaat naar de toestand 'Activerings fase' wanneer de
drukschakelaar een blusmiddelstroom detecteert.
Bij installaties zonder drukschakelaar gaat de blusinstallatie na de activering van
de bevloeiing automatisch naar de toestand 'Activerings fase'.
A6V10211076_l_nl_NL