6.8.1 Dialoogvenster PIN-code
6.8.2 Vervaltijd toegangsniveaus
6.9 Zicht
A6V10211076_l_nl_NL
Hoofdmenukeuze 'In- / Uitloggen' roept de dialoog voor het invoeren van een PIN
op. Na het invoeren van een geldige PIN wordt het bijbehorende toegangsniveau
vrijgegeven.
De PIN-invoerdialoog verschijnt automatisch als het bedienen van een toets op
het ↑ bedienveld een hoger toegangsniveau verlangt.
Het ↑ 'Station' kent een tijdsregeling voor de bediening.
De bedienvrijgave voor een 'Toegangs niveau' vervalt na het verstrijken van een
configureerbare tijdspanne na de laatste invoer.
Zie ook
Aanmelden/toegangsniveau vrijgeven [➙ 63]
Een brandmeldinstallatie kan een aantal brandmeldcentrales en
brandmeldterminals ('Stations') omvatten. De visibility definieert welk onderdeel
van een brandmeldinstallatie op het 'Station' zichtbaar is en kan worden bediend.
De configuratie van de visibility wordt uitgevoerd in Cerberus-Engineering-Tool.
De configuratie van het zicht voor een brandmeldcentrale is mogelijk op
onderstaande niveaus van de topologie van een brandmeldinstallatie:
●
↑ 'Projekt'
●
↑ 'Station'
●
↑ 'Bouwdeel'
Door de gebeurtenislcategorieën uit de topologie te selecteren en toe te wijzen aan
het zicht van 'Station' wordt het zicht van dit 'Station' geconfigureerd.
U kunt bijvoorbeeld alle 'ALARMEN' van het 'Projekt' of uitsluitend 'Storingen' van
'Bouwdeel' op een 'Station' laten tonen.
Voor de configuratie van de visibility zijn nog twee andere modi mogelijk:
●
'PMI standby visibility'
●
'PMI expanded visibility'
Zie ook
Visibility wijzigen [➙ 66]
Gebeurteniscategorieën [➙ 241]
6
Systeemfuncties
Zicht
123 | 260