9.6.1.2 Handelwijze bij activering
A6V10211076_l_nl_NL
Deze paragraaf beschrijft de handelwijze na een automatische activering van de
blusinstallatie afhankelijk van de toestand waarin deze zich bevindt. De toestanden
die voorkomen, worden niet expliciet beschreven. Informatie over de toestanden
vindt u hierboven in dit hoofdstuk.
Aangezien de blusinstallatie zich bij aankomst van het bedieningspersoneel reeds
in gevorderde toestanden in een blusproces kan bevinden, moet het
bedieningspersoneel de betreffende toestand op basis van zijn specifieke
akoestische en visuele kenmerken identificeren en de vereiste handelingen
uitvoeren.
De onderstaande tabel geeft telkens de actieve toestand van de blusinstallatie, de
in deze toestand vereiste handelingen en de onmiddellijke gevolgen van elke
handeling weer. Op toestandswijzigingen na een handeling wordt expliciet
gewezen.
Afhankelijk van de configuratie van de installatie kan voor de uitvoering van
specifieke stappen een hoger toegangsniveau vereist zijn. Informatie over het
veranderen van toegangsniveau vindt u in het hoofdstuk 'Toegangsniveau aan
het blusbedieningspaneel veranderen [➙ 196]'.
Voorwaarde:
●
De brandmeldcentrale bevindt zich in de bedrijfsmodus 'Dagsituatie in'
●
Het bedieningspersoneel bevindt zich voor de bediening aan een
brandmeldcentrale met geïntegreerd blusbedieningspaneel per bluszone of
aan een blusbedieningspaneel op afstand in de buurt van de betreffende
bluszone.
e
1. Toestand '1
alarm fase'
e
In de toestand '1
alarm fase' heeft het station de volgende akoestische en visuele
toestandskenmerken:
●
Zoemer op het blusbedieningspaneel is actief
●
Zoemer op het bedieningspaneel van het station is actief
●
Alarmsignaalgever in de bluszone is intermitterend actief
Alarmsignaalsignatuur: Lang-kort (alarmsignaalpauze)
●
LED '1
e
alarm fase / Activering' op het blusbedieningspaneel knippert
●
LED 'Zoemer' op het blusbedieningspaneel brandt
●
LED 'Accepteren' op het bedieningspaneel van het station knippert
●
Display op het bedieningspaneel van het station geeft bijkomende informatie
weer
Toepassingen en bijbehorende blusprocessen
9
Blusfunctie
149 | 260