6
Systeemfuncties
Test
6.5.3 Walktest
6.5.4 Testen van de sturing
6.5.5 Testvarianten
120 | 260
'Walk test' betreft een functionele apparaattest voor toestellen en hun toewijzing
aan ↑ 'Melder structuur'. Bovendien wordt het activeren van 'Alarmgevers' getest.
In de testmodus 'Walk test' vertoont de brandmeldinstallatie onderstaande
eigenschappen:
●
De automatische melders zijn uiterst gevoelig ingesteld.
●
Er wordt geen alarm geïnitieerd maar een testactivering wordt als melding
getoond, in het gebeurtenissengeheugen geregistreerd en eventueel afgedrukt.
●
Er worden geen ↑ alarmgevers of sturingen geactiveerd, afgezien van:
–
Via de instelling 'Externe AI activering in melder/walk test' kunt u definiëren
of de uitgang van de melder in de 'Groep' wordt geactiveerd in de modi
'Meldertest' of 'Walk test'.
●
Er worden geen meldingen van gevaren of storingen gegenereerd.
●
Via een hogere orde functie kunt u alle 'Groepen' van 'Sectie' of van 'Bouwdeel'
voor 'Walk test' selecteren.
●
Alle 'Alarmgevers' van een centrale worden geactiveerd.
●
De LED 'Meldertest' op het ↑ bedieningspaneel licht op.
Een geactiveerde melder uit een meldergroep in testmodus 'Walk test' genereert
een melding 'Geactiveerd als test' in plaats van een ↑ gevarenniveau. Daardoor
worden geen alarmgevers of sturingen geactiveerd.
Na het beëindigen van 'Walk test' is weer de gebruikelijke gevoeligheid van de
melders ingesteld, net zoals voor aanvang van 'Walk test' en de LED 'Meldertest' is
uit.
U kunt testmodus 'Walk test' beëindigen door het laten verstrijken van de tijd die
geconfigureerd werd voor het beëindigen van de testmodus.
De 'Sturingtest' controleert de werking van de geconfigureerde 'Sturingen' zoals bij
normaal bedrijf, maar de uitgangen worden niet geactiveerd.
In de testmode 'Sturingtest' beschikt de brandmeldinstallatie over de volgende
eigenschappen:
●
De 'Sturingen' zijn in normaal bedrijf en genereren een melding hiervoor bij de
activering:
–
Activering door een oorzaak
–
Activering door een commando
●
Met een bovenliggende functie kunnen alle 'Sturingen' op het desbetreffende
'Sturing'-groepsniveau worden uitgevoerd.
Deze testmode kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met de 'Installatie test'.
Als testvarianten kunt u bijvoorbeeld de sturingen in 'Sturingtest' schakelen en
vervolgens 'Installatie test' implementeren.
Andere testvarianten zijn:
Testen van de alarmeermiddelen
●
'Doormeld sturing'
–
Functie 'Test activering' activeert de ↑ effecten gedurende 30 s en wordt
daarna automatisch gedeactiveerd
Simulatie van een alarm (Toegangsniveau 3)
U kunt een alarm simuleren door een meldergroep via een opdracht te activeren.
Daarbij kan ↑ 'Waarschuwing' en een alarm worden geactiveerd.
A6V10211076_l_nl_NL