Verklarende woordenlijst
Lokale alarmering
Lokale alarmeermiddelen (bijvoorbeeld akoestisch of optisch) worden aangestuurd om interventiekrachten
op te roepen en om medewerkers te waarschuwen voor eventueel brandgevaar.
Meldlijn
Elektrische communicatieverbinding tussen de melders en de brandmeldcentrale. Er zijn collectief werkende
meldlijnen en geadresseerde meldlijnen.
Netwerkstructuur
Afbeelding van het netwerk in een brandmeldinstallatie.
Normale bedrijfsmodus
De LED-indicatie voor de stroomvoorziening van de brandmeldcentrale brandt continu. Er is geen
gebeurtenis en de PMI geeft geen andere bedrijfstoestand aan.
Object
Het hoogste niveau in een detectiestructuur. Secties en groepen zijn ondergeschikt aan het object.
Op voorhand configureren
Een - voorafgaand aan het in bedrijf nemen van de brandmeldinstallatie - aangemaakte gedeeltelijke
configuratie van de hardwarestructuur, detectiestructuur en de sturingstructuur.
Parameterset
Gedefinieerd gedrag van een melder, bijvoorbeeld qua gevoeligheid, misdetectie, aanspreekduur. U kunt
melders gebruiken met verschillende parametersets.
PMI
Afkorting voor 'Person Machine Interface'. De ordening van bedienelementen en uitleeselementen van een
brandmeldcentrale of een brandmeldterminal.
Routerstation
Station binnen een SAFEDLINK-subnet voor de verbinding tussen dat SAFEDLINK-subnet en het Ethernet-
subnet (FCnet/C-WEB/LAN) via een Ethernet-schakelcentrale (modulair) FN2012-A1.
SAFEDLINK
Fysiek netwerk van een brandmeldsysteem van het type FS720 met een netwerkmodule (SAFEDLINK) en
de netwerkkabel.
SAFEDLINK-station
Station in een SAFEDLINK-subnet met lokale aansluiting voor een PC.
Sectie
Niveau in de detectiestructuur van het brandmeldsysteem. De sectie wordt logisch gekoppeld aan het
object. Er wordt een combinatie van groepen toegepast.
Schermtoetsen
Schermtoetsen zijn toetsen waarmee u functies kunt oproepen, die in de drie velden van de balk met de
schermtoetsen op het scherm verschijnen. Deze drie zwarte velden dragen de aanduidingen van de functie
met witte opschriften. De functies van de schermtoetsen kunnen - naar gelang de situatie en de inhoud van
het desbetreffende scherm - dynamisch wisselen. Aan schermtoetsen 1 en 2 worden steeds de
belangrijkste functies toegekend.
252 | 260
A6V10211076_l_nl_NL