9.6.5.2 Blusproces met de noodstopknop annuleren
9.6.5.3 Handelwijze bij activering
A6V10211076_l_nl_NL
WAARSCHUWING
Bedienen van de noodstopknop
Door bedienen van de noodstopknop tijdens een geactiveerd blusproces wordt
het blussen geannuleerd. De bevloeiing van de bluszone wordt niet uitgevoerd,
als deze nog niet was geactiveerd. In ernstige gevallen kan dit ernstig letsel of
overlijden veroorzaken.
●
De noodstopknop in de bluszone alleen indrukken, als hiervoor een gegronde
reden bestaat.
Voor de bluszone is een blusproces geactiveerd.
De blusinstallatie is in de toestand 'Geactiveerde fase'.
◈
Een 'Noodstop'-schakelaar in de bluszone indrukken.
De brandmeldcentrale annuleert het blusproces en gaat naar de toestand
'Noodstop-Terugstellen'.
Deze paragraaf beschrijft handelwijzen na het indrukken van de 'Noodstop'-
schakelaar. De toestanden die voorkomen, worden niet expliciet beschreven.
Informatie over de toestanden vindt u hierboven in dit hoofdstuk.
Aangezien de blusinstallatie zich bij aankomst van het bedieningspersoneel reeds
in gevorderde toestanden in een blusproces kan bevinden, moet het
bedieningspersoneel de betreffende toestand op basis van zijn specifieke
akoestische en visuele kenmerken identificeren en de vereiste handelingen
uitvoeren.
De onderstaande tabel geeft telkens de actieve toestand van de blusinstallatie, de
in deze toestand vereiste handelingen en de onmiddellijke gevolgen van elke
handeling weer. Op toestandswijzigingen na een handeling wordt expliciet
gewezen.
Afhankelijk van de configuratie van de installatie kan voor de uitvoering van
specifieke stappen een hoger toegangsniveau vereist zijn. Informatie over het
veranderen van toegangsniveau vindt u in het hoofdstuk 'Toegangsniveau aan
het blusbedieningspaneel veranderen [➙ 196]'.
Voorwaarde:
●
De brandmeldcentrale bevindt zich in de bedrijfsmodus 'Dagsituatie in'
●
Het bedieningspersoneel bevindt zich voor de bediening aan een
brandmeldcentrale met geïntegreerd blusbedieningspaneel per bluszone of
aan een blusbedieningspaneel op afstand in de buurt van de betreffende
bluszone.
Toepassingen en bijbehorende blusprocessen
9
Blusfunctie
175 | 260