Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De oven is niet geschikt voor het reinigen en desinfecteren van ge-
bruiksvoorwerpen, omdat hierbij de temperaturen hoog kunnen oplo-
pen. U kunt zich verbranden wanneer u de voorwerpen uit de oven
haalt.
Het is belangrijk dat de temperatuur in het voedingsmiddel gelijk-
matig wordt verdeeld en hoog genoeg is.
Roer het gerecht daarom regelmatig door of draai het om. Let bij het
koken, verwarmen en ontdooien op de aangegeven doorwarmtijden.
De doorwarmtijd is de rusttijd waarin de warmte zich gelijkmatig over
het voedingsmiddel verdeelt.
Bij het koken en vooral het naverwarmen van vloeistoffen bij de
functie Magnetron kan het kookpunt worden bereikt, zonder dat
de typische luchtbelletjes opstijgen. De vloeistof kookt dan niet ge-
lijkmatig. U kunt zich verbranden aan de hete vloeistof wanneer deze
bij het uit de oven nemen ineens gaat borrelen en overkoken. In het
slechtste geval kan de druk zelfs zo sterk zijn dat de deur vanzelf
opengaat.
Roer de vloeistof voor het verwarmen/koken om. Wacht na het ver-
warmen minstens 20 seconden, voordat u het glas uit de oven haalt.
U kunt tijdens de bereiding ook een glazen staafje of een lepel in het
glas zetten.
Gevaar voor letsel door hete voedingsmiddelen. Bij het verwarmen
van voedingsmiddelen ontstaat de warmte in het voedingsmiddel
zelf, waardoor het servies minder heet wordt (behalve bij ovenvast
aardewerk). Het servies wordt alleen warm door de warmte die het
voedingsmiddel afgeeft.
Controleer bij het uitnemen van het voedingsmiddel of de gewenste
temperatuur bereikt is. Beoordeel de temperatuur niet op basis van
de temperatuur van het serviesgoed! Let vooral bij babyvoeding op
de juiste temperatuur! Verwarmde babyvoeding goed doorroeren of
schudden. Proef er zelf van, zodat u zeker weet dat de baby zich niet
brandt.
Letselrisico door overdruk in afgesloten potten en flessen. Als u ge-
sloten potten of flessen verhit, wordt druk opgebouwd. Het voorwerp
kan daardoor ontploffen.
Verhit daarom nooit voedingsmiddelen of vloeistoffen in afgesloten
potten of flessen. Open de potten vooraf en verwijder bij zuigflessen
eerst de dop en de speen.
12