Netsnoer
Leid het netsnoer zodanig naar het stopcontact dat struikelgevaar wordt vermeden en
dat wordt voorkomen dat stoelen of ander meubilair erachter kunnen blijven haken.
Zorg ervoor dat alle snoeren die aan het apparaat zijn bevestigd, goed worden geleid
om wurgingsgevaar te voorkomen.
Het apparaat wordt geactiveerd wanneer de stekker van het apparaat in het
stopcontact wordt gestoken.
Gebruik voor dit apparaat uitsluitend netsnoeren die door Philips Respironics zijn
geleverd. Het gebruik van netsnoeren die niet door Philips Respironics zijn geleverd kan
leiden tot oververhitting of beschadiging van het apparaat.
Patiënt-
Het apparaat mag alleen worden gebruikt met compatibele patiëntinterfaces
circuits en
(bijvoorbeeld maskers, circuits en uitademingspoorten). De juiste werking van het
slangen
apparaat met andere circuits is niet geverifieerd door Philips Respironics en is de
verantwoordelijkheid van de gezondheidsdeskundige. Er mag alleen een masker
worden gebruikt als het apparaat is aangezet en op de juiste wijze werkt. De met het
masker verbonden uitademingspoort(en) mag (mogen) nooit worden geblokkeerd.
Uitleg bij de waarschuwing: het apparaat is bedoeld voor gebruik met speciale maskers
of connectors die zijn voorzien van uitademingspoorten waardoor er continu lucht uit
het masker kan stromen. Wanneer het apparaat wordt aangezet en goed werkt, drijft
de nieuwe lucht vanuit het apparaat de uitgeademde lucht via de uitademingspoort
van het masker naar buiten. Wanneer het apparaat echter niet werkt, wordt er niet
voldoende frisse lucht geleverd door het masker en kan uitgeademde lucht mogelijk
opnieuw worden ingeademd. Wanneer uitgeademde lucht opnieuw wordt ingeademd,
kan dit onder bepaalde omstandigheden tot verstikking leiden.
Als u een masker voor het gehele gezicht (een masker dat zowel uw mond als uw neus
bedekt) gebruikt, moet het masker zijn uitgerust met een veiligheidsklep (afvoerklep).
Er is een uitademingspoort nodig. Blokkeer de uitademingspoort niet. Dit kan de
luchtstroom beperken en leiden tot het opnieuw inademen van uitgeademde lucht.
Bij lage uitademingsdrukwaarden kan de stroming door de uitademingspoort
ontoereikend zijn om alle uitgeademde lucht uit de slang te verdrijven – deze lucht kan
dan deels opnieuw worden ingeademd.
Trek niet aan de slang en rek deze niet uit. Dit kan leiden tot lekken in het circuit.
Dek de slangen niet af met een deken en verwarm ze niet in een incubator of met een
verwarmingstoestel boven het hoofd. Hierdoor kan de kwaliteit van de therapie worden
aangetast of de patiënt gewond raken.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt met een compatibel masker van Philips
Respironics, zoals voorgeschreven door uw zorgverlener.
- 3 -