5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Foto's maken met Auto Focus ..............................................................................133
• Selecteren van de Focusmodus (AFS/AFF/AFC) ........................................135
• Selecteren van de Auto Focusmodus ..........................................................137
• Instellen van de positie van de AF-zone/veranderen van de maat van de
AF-zone........................................................................................................141
• Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een
aangeraakte positie......................................................................................144
• Instelling van de gewenste focusmethode ...................................................145
Opnamen maken met handmatig scherpstellen....................................................148
Vastzetten van het brandpunt en de belichting (AF/AE-vergrendeling) ................154
Belichtingscompensatie ........................................................................................156
De lichtgevoeligheid instellen................................................................................157
• Instellen van de bovenlimiet van de ISO-gevoeligheid.................................158
• Instellen van de staptoename van de ISO-gevoeligheid ..............................159
• Uitbreiden van de ISO-gevoeligheid.............................................................159
Selecteren van de methode voor het meten van de helderheid ([Meetfunctie])....160
6. Instellingen van sluiter en drive
Instellen van het type sluiter .................................................................................161
Selecteer een drive-modus ...................................................................................163
Opnamen maken met de burstfunctie ...................................................................164
Opnamen maken met gebruik van Auto Bracket ..................................................167
Opnamen maken met de zelfontspanner ..............................................................170
7. Door de klant aangepaste functies voor verschillende
onderwerpen en doeleinden
Automatisch beelden opnemen met ingestelde tijdsintervallen
([Intervalopname]) .................................................................................................172
Creëren van stopmotion-beelden ([Stop-motionanimatie]) ...................................175
Uitvoeren van meerdere belichtingen op één beeld ([Multi-belicht.]) ....................179
Werkgeluiden en verlichting in een keer uitschakelen ([Stille modus]) .................181
Heldere beelden opnemen door de registratie van gezichten ([Gezicht herk.]) ....182
Opnemen op foto's van profielen van baby's en huisdieren..................................187
Gebruik van beeldschermen en weergaven die geschikt zijn voor opnames .......188
8. Stabilisator, zoom en flitser
Optische beeldstabilisator .....................................................................................190
Beelden maken met de zoom ...............................................................................192
• Vergroten van het telescopische effect.........................................................193
• Zoomen met gebruik van aanrakingshandelingen .......................................197
Foto's maken met de flitser ...................................................................................198
• Veranderen van de flitsermodus...................................................................201
• Instelling van de 2de gordijnsynchronisatie..................................................203
• De flitsoutput aanpassen ..............................................................................204
• Synchroniseren van de flitser-output met de belichtingscompensatie..........204
8