3. Opnamemodussen
Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
Opnamefunctie:
De wazigheid van de achtergrond kan gemakkelijk ingesteld worden terwijl u het
beeldscherm controleert.
1
Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven.
•
Telkens wanneer in de Intelligent Auto Plus modus op 3 gedrukt wordt, schakelt de
camera tussen werking met instelling van de helderheid (P77), werking met Defocus
Control en gewone werking.
•
Telkens wanneer in de Intelligent Auto modus op 3 gedrukt wordt, schakelt de camera
tussen werking met Defocus Control en gewone werking.
2
Draai aan de bedieningsknop om de wazigheid in te
stellen.
Sterke defocus
Als het aanraakscherm gebruikt wordt
∫
1 Raak [
] aan.
2 Raak [
] aan om het instellingenbeeldscherm te laten
weergeven.
3 Versleep de schuifbalk om in te stellen.
•
Druk op [MENU/SET] om de werking van Defocus Control te
beëindigen.
•
Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [
instelling gewist worden.
•
In de Intelligent Auto modus (
De positie van de AF-zone kan ingesteld worden door het scherm aan te raken (de grootte van
de zone kan niet veranderd worden).
•
Al naargelang de gebruikte lens kan een lensgeluid gehoord worden als Defocus Control
gebruikt wordt. Dit komt door de opening van de lens en duidt niet op een storing.
•
Al naargelang de gebruikte lens kan het werkgeluid van Defocus Control opgenomen worden
tijdens het opnemen van een video, als deze functie gebruikt wordt.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Al naargelang de gebruikte lens, kan het zijn dat Defocus Control niet werkt.
Raadpleeg de website voor compatibele lenzen.
Zwakke defocus
of
), wordt de Auto Focus modus op [Ø] gezet.
76
4.0
4.0
4.0
125
125
125
] te drukken zal de
AE