5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Opnamen maken met handmatig scherpstellen
Toepasbare modi:
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens
en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
De handelingen die gebruikt worden om handmatig scherp te stellen variëren
afhankelijk van de lens.
Gebruik van een onderling verwisselbare lens (H-FS12032) zonder focusring
Druk op 1: Stelt scherp op onderwerpen
dichtbij
Druk op 2: Stelt scherp op onderwerpen
ver weg
A Schuifbalk
•
Deze handelingen zijn alleen mogelijk op
het scherm voor het instellen van de
scherpstelling.
•
Door op 2/1 te drukken en te blijven
drukken, zal de focussnelheid vergroot worden.
•
Het scherpstellen kan ook uitgevoerd worden door de schuifbalk te verslepen.
Gebruik van een onderling
verwisselbare lens (H-FS35100) met een
focusring
Draai naar A kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Draai naar B kant:
Stelt scherp op een
onderwerp ver weg
1
Selecteer het menu.
>
MENU
2
Druk op 2 (
3
Druk op 3/ 4 / 2 / 1 om de brandpuntpositie
in te stellen en druk op [MENU/SET].
•
Het hulpscherm wordt weergegeven dat de zone
vergroot. (MF Assist)
A
B
(P53)
[Opname] > [Focusfunctie]> [MF]
).
Gebruik van de onderling verwisselbare
lens (H-PS14042) met een focushendel
Verplaats naar C
kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Verplaats naar D
kant:
Stelt scherp op een
onderwerp ver weg
•
De scherpstelsnelheid varieert afhankelijk
van hoe ver u de focushendel verplaatst.
148
AF
A
C
D