8. Stabilisator, zoom en flitser
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
∫
Flitsinstelling
‰
¢1 In de Sluiter-Prioriteit AE-modus kan de sluitertijd ingesteld worden op een waarde tussen
60 seconden en 1/50 seconde; in de handmatige belichtingsmodus kan deze tijd ingesteld
worden op T (Tijd) of op een waarde tussen 60 seconden en 1/50 seconde.
¢2 De instelling verandert in de handmatige belichtingsmodus in T (Tijd).
•
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitertijd die geselecteerd kan worden 1/50e van een
seconde.
•
In de Intelligent Auto modus (
geïdentificeerde scène.
Instelling van de 2de gordijnsynchronisatie
Toepasbare modi:
De functie voor de 2e gordijnsluitersynchronisatie doet de flits werken vlak voordat de
sluiter zich sluit als u opnamen maakt van bewegende beelden zoals een auto met een
lagere sluitertijd.
1
Selecteer het menu.
>
MENU
2
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
1e gordijnsynchro
De normale methode wanneer u beelden maakt met de
[1ST]
flits.
2e gordijnsynchro
De lichtbron verschijnt achter het onderwerp en het
[2ND]
beeld wordt dynamisch.
•
Stel dit meestal in op [1ST].
•
[2nd] wordt weergegeven in het flitsicoon op het beeldscherm als u [Flits-synchro] op [2ND] zet.
•
Een snelle sluitertijd heeft mogelijk een slechte invloed op het effect van [Flits-synchro].
•
U kunt [
] of [
Sluitertijd (Sec.)
1/50e
¢1
of
) verandert de sluitertijd afhankelijk van de
(P53)
[Opname] > [Flitser] > [Flits-synchro]
] niet instellen wanneer [Flits-synchro] ingesteld is op [2ND].
Flitsinstelling
Œ
203
Sluitertijd (Sec.)
1 tot 1/16000e
60
¢2
tot 1/16000e