5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
•
U kunt de zone ook vergroten door aan de focusring te draaien, de focushendel te
bewegen, een open gaande knijpbeweging
scherm twee keer aan te raken.
•
U kunt de brandpuntpositie ook instellen door het beeldscherm
•
Door op [DISP.] te drukken, wordt de brandpuntpositie opnieuw op het midden gezet.
4
Scherpstellen.
A Aanduiding van ¶ (oneindigheid)
B MF Assist (vergroot scherm)
C Peaking
D MF-gids
•
De in-focus gedeeltes zullen geaccentueerd worden.
(Peaking)
•
U kunt controleren of het scherp gestelde punt zich
vlakbij of veraf bevindt. (MF-gids)
U kunt de volgende handelingen verrichten:
Knopbediening Aanraakbediening
3/4/2/1
s
s
[DISP.]
¢
¢ Als een onderling verwisselbare lens zonder focusring gebruikt wordt, kunt u deze
handelingen uitvoeren nadat u op 4 gedrukt heeft, om het scherm weer te geven dat
u in staat stelt de te vergroten zone in te stellen.
•
Als het beeld in de venstermodus weergegeven wordt, kunt u het beeld ongeveer 3 tot
6
k
vergroten/verkleinen; als het beeld op het volledige scherm weergegeven wordt,
kunt u het beeld ongeveer 3 tot 10
De weergave van MF Assist veranderen
>
[Voorkeuze] > [Spot AF weergave]
MENU
[FULL]:
Vergroot de weergave op het volledige scherm.
[PIP]:
Vergroot de weergave in een venster op het scherm.
•
De weergave van het hulpscherm kan ook omgeschakeld worden door aanraking van [
op het instellingenscherm van het brandpunt.
¢
Slepen
Open-/
dichtknijpen
s
[Reset]
¢
(P48)
op het scherm te maken of door het
Beschrijving van de bediening
Beweegt de vergrote zone
Vergroot/verkleint het scherm met kleine stappen.
Vergroot/verkleint het scherm met grote stappen.
Schakelt naar de vergrote weergave
(venstermodus/volledig scherm)
Zet de te vergroten AF-zone weer terug op het
midden.
k
vergroten/verkleinen.
149
(P48)
te verslepen.
B
AF
A
C
D
]