Opties - Stabilisatiestang
Inklappende stabilisatiestang
Deze stang dient om de rug te stabiliseren. Om de rolstoel
te kunnen opvouwen, moet de ontkoppelingshendel naar
binnen worden geduwd (Fig. 48) of worden losgekoppeld
en de stabiliseerstang moet naar beneden worden
geklapt.
Bij het uitklappen van de rolstoel dient u ervoor te zorgen
dat de stabilisatiestang op zijn plaats is vergrendeld.
Opties - Transitwielen
Transitwielen
Transitwielen (fig.49) zijn bedoeld om te gebruiken
wanneer de rolstoel te breed is met de normale
achterwielen.
Nadat u de achterwielen met behulp van
de quick-release-assen hebt verwijderd, kunt u de
transitwielen onmiddellijk gebruiken om te blijven rijden,
(Fig. 50).
De transitwielen zijn zodanig gemonteerd dat ze zich
ongeveer 3 centimeter boven de grond bevinden wanneer
u ze niet gebruikt. Ze zitten dus niet in de weg wanneer u
rijdt, tijdens transport, of wanneer u de rolstoel kantelt om
over hindernissen te rijden, (Fig. 51).
Zorg ervoor dat de transitwielen altijd in positie "B" zijn
bevestigd.
Hierdoor heeft de rolstoel een stabiele basis (fig. 52).
GEVAAR!
•
Uw rolstoel heeft geen wielvergrendelingen wanneer
u de transitwielen gebruikt.
•
Het gevaar bestaat dat de rolstoel naar achteren
kantelt.
XENON FF
Fig. 48
Fig. 49
Fig. 50
Fig. 51
Fig. 52
B
80
Rev.2.0