Opties - Wielaanpassing
Het toepassen van wielaanpassing
OPMERKING:om de best mogelijke beweging te krijgen,
moeten de achterwielen ingesteld worden op hun
optimale positie. Daarom dienen de wielen correct
uitgelijnd te zijn. Hiertoe meet u de afstand tussen de
beide voorwielen en achterwielen om te verzekeren dat ze
parallel aan elkaar staan. Het verschil tussen beide
metingen mag niet meer 5 mm bedragen. De evenwijdige
instelling kan worden aangepast door de schroeven (1)
los te draaien en de as-adaptor (2) te draaien. Als u klaar
bent, moet u controleren of alle schroeven stevig
aangedraaid zijn, (Fig. 36). Zie de pagina over torque
sleutel.
WAARSCHUWING!
Voorzichtig! Wanneer u de instelling van het
zwaartekrachtpunt verandert, ontstaat het risico dat de
rolstoel kantelt.
Breedte wielbasis instellen
De basis van de achterwielen wordt gedefinieerd als de
afstand tussen de bovenzijde van de achterwielen en de
stangen van de rugleuning en is af fabriek 1,25 cm. Deze
afstand moet worden vergroot als er meer ruimte
gecreëerd moet worden tussen de banden en de
optionele, in hoogte verstelbare armleuningen.
OPMERKING: Wanneer de achterwielbasis wordt
aangepast, pas dan eerst één wiel en daarna het tweede
aan. Schuif de as-adaptor (3) als een telescoop in de
asbeugel (2) of uit de asbuis, wanneer de basis van de
achterwielen wordt aangepast. Draai de schroef (1) op de
achterste asbeugel los. Schuif de as-adaptor in of uit,
totdat de gewenste wielbasis is bereikt. Draai de
schroeven tot 7 Nm aan. Herhaal de procedure aan de
rechterzijde van de rolstoel en houdt dezelfde ruimte aan
als aan de linkerzijde (Fig. 36 - 37).
XENON FF
Fig. 30
Fig. 36
Fig. 37
76
2
1
2
3
1
Rev.2.0