1.
Voer alle vereiste controles vóór het starten van de
dieselmotor uit.
2.
Steek de contactsleutel in het contact.
3.
Zet de handgashendel in de stationaire stand.
4.
Draai de contactsleutel in stand I.
De controlelampjes gaan branden. De informatie- en
bedieningsterminal start op en afhankelijk van de
gekozen bedrijfsmodus verschijnt het basisscherm
"Laden", "Voeren", "Transport" of "Diagnose,
instellingen en informatie".
5.
Zet de rijrichtingsschakelaar in de neutrale positie.
6.
Draai de contactsleutel tegen de veerdruk verder naar rechts in positie II om de dieselmotor door te draaien.
7.
Laat de contactsleutel los als de dieselmotor aanslaat.
De contactsleutel keert terug naar positie I en de waarschuwings- en controlelampjes gaan uit.
Wacht bij het loslaten van de contactsleutel vóór het aanslaan van de dieselmotor zolang tot
de startmotor en de dieselmotor niet meer draaien. Mogelijke beschadiging van de startmotor
en/of van het vliegwiel worden zo voorkomen.
8.
Laat de dieselmotor warmdraaien (zie hoofdstuk 5.2.2 "Dieselmotor warm laten draaien", pagina 117).
9.
Let bij draaiende dieselmotor op de waarschuwings- en controlelampjes (zie hoofdst. 5.1.7 "Bewaking van de
werking van de dieselmotor", vanaf pagina 71).
Zet de dieselmotor uit als er tijdens de werking van de motor plotseling waarschuwings- of
controlelampjes gaan branden of als er aanwijzingen voor het uitvallen van een onderdeel
zijn. De volgende symptomen zijn vroege aanwijzingen voor problemen met de dieselmotor:
116
Bedien de startmotor telkens niet langer dan 20 seconden, anders kan de startmotor
oververhit raken.
Als de dieselmotor bij de eerste startpoging niet opstart, moet u minstens 1 minuut
wachten voordat u opnieuw probeert te starten. Als de dieselmotor na twee
startpogingen niet opgestart is, lees dan het hoofdstuk "Storing zoeken" van de
meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor door.
Laat de contactsleutel los zodra de dieselmotor aanslaat. De startmotor mag niet
meelopen.
plotselinge daling van de motoroliedruk,
ongewone temperaturen van het koelmiddel,
ongewone geluiden of trillingen,
overmatig zwarte uitlaatgassen,
overmatig brandstofverbruik,
overmatig olieverbruik,
lekkende vloeistof.
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
Opbouw en functie
Afb. 5-84: Handgashendel
Artikelnummer 120761
V-MIX Drive